Je leest dit artikel uit de VPRO Gids gratis op VPRO Cinema. Wil je meer lezen over oa documentaires, podcasts en boeken? Neem dan een digitaal abonnement.
In The Forbidden Reel laat filmmaker Ariel Nasr een Afghanistan zien dat de meesten van ons niet kennen. Hij doet dit met behulp van beelden uit het Afghaanse filmarchief, dat men tussen 1996 en 2001 uit handen van de taliban wist te houden. ‘Film is visuele herinnering.’
cadeautje
Krachtige, ongesluierde vrouwen in de hoofdrol, hippe mannen met bakkebaarden, groovy jarenzeventigmuziek, dans – het zijn beelden van het oude Afghanistan, bewaard in het Afghaanse filmarchief. Een schril contrast met de huidige situatie: onlangs werd een (apolitieke) volkszanger geëxecuteerd, er is een komiek vermoord, muurschilderingen zijn vernietigd en vrouwen mogen niet meer sporten. De taliban 2.0 probeert zich gematigd voor te doen, maar draait – net als in de jaren negentig – cultuur de nek om en perkt vrijheden drastisch in.
‘Er is een tijd geweest waarin geweld niet de norm was,’ verzucht Mariam Ghani in de film. De in Amerika woonachtige filmmaker en kunstenaar – saillant detail: haar vader is de Afghaanse president Ashraf Ghani, die na de val van Kaboel naar de Verenigde Arabische Emiraten vluchtte – houdt zich bezig met de digitalisering van het archief. Ze spreekt van een tijd waarin links-progressieve opvattingen geventileerd konden worden en intellectualisme vrij baan kreeg.
De films in het archief beslaan een periode van vijf decennia en daarin is te zien hoe het land doorlopend aan verandering onderhevig is. Het eerste materiaal stamt uit de tijd van de laatste sjah, onder wiens bewind het land moderniseert. Enkele gepassioneerde mensen besluiten dan met filmen te beginnen. Geld is er niet, een industrie evenmin, en de beelden bestaan voornamelijk uit opnamen van staatsbezoeken. Hierna begint de Sovjetbezetting en ironisch genoeg – de Sovjets staan immers niet bepaald bekend om hun voorliefde voor vrije expressie – blijkt dit een bloeiperiode voor de Afghaanse fictiefilm in te luiden. Wat er gebeurt als de Russen zich hebben teruggetrokken en er een burgeroorlog uitbreekt tussen regering en moedjahedien tonen documentaires vol geweld. En vervolgens zijn we er getuige van hoe het filmarchief achter nepmuren wordt verstopt om het veilig te stellen voor de taliban.
Intellectuele elite
Dat het archief nog bestaat is de verdienste van bevlogen filmmakers die hun materiaal met hand en tand hebben verdedigd. De Canadees-Afghaanse documentairemaker Ariel Nasr stuitte erop toen hij ‘ingenieur’ Latif Ahmadi ontmoette – een van de pioniers van de Afghaanse cinema. Nasr zag diens oude werk en was ‘blown away’, vertelt hij vanuit Montréal door de telefoon. ‘Je ziet fictieve personages tegen het historische decor van Afghanistan. De locaties zijn allemaal bestaande plekken. In de films worden de veranderingen vastgelegd die het land doormaakte en ze laten zien wat mensen op dat moment bezighield. Van klassenstrijd tot de wens om te emigreren.’
Via Latif Ahmadi ontmoette Nasr andere Afghaanse filmmakers met wie hij zich verwant voelde omdat ze hetzelfde doel hadden: het leven in Afghanistan documenteren. Nasr, in Canada geboren en getogen, was altijd al geobsedeerd door het land dat zijn vader in 1973 was ontvlucht. In 2005 reisde hij er voor het eerst naartoe en van 2008 tot 2012 woonde hij in Kaboel om daar films te maken die – anders dan westerse nieuwsmedia – ‘de complexe werkelijkheid’ lieten zien. Zijn in Kaboel gedraaide coming-of-age-film Buzkashi Boys kreeg een Oscarnominatie en met Boxing Girls of Kabul won hij Canadian Screen Award.
Nu is het ook weer niet zo dat alle films het echte Afghanistan laten zien, waarschuwt Nasr. ‘Het grootste deel van het archief bestaat uit documentaires en nieuwsreportages die een redelijk beeld geven van hoe het er destijds aan toeging in het land. Fictiefilms tonen vaak een ander perspectief. Meestal werden ze in Kaboel gedraaid, terwijl het grootste deel van de Afghaanse bevolking op het platteland leeft. De films zijn progressief en bevatten de ideeën van de makers, die een intellectuele elite vormden. Wat betreft de positie van vrouwen wilden ze laten zien: dit is waar we naartoe willen met het land. Ze gingen in tegen de traditionele mores.’
Herinneringen
Dat de fictiefilm een gouden periode beleefde tijdens de Sovjetbezetting was mede te danken aan het kapitaal dat de Russen in Afghaanse films injecteerden. Zij beschouwden film als een effectief propagandamiddel. ‘Er werden ook propagandafilms gemaakt en censuur was er eveneens, maar aan de films die destijds uitkwamen is te zien dat makers daar toch aan wisten te ontsnappen,’ vertelt Nasr. In totaal bevat het archief zo’n vijftig fictiefilms.
Via mobiele cinema’s bereikten deze films ook de ongeletterde plattelandsbevolking, voor wie cinema een toegankelijke kunstvorm was. Film werd breed omarmd en gewaardeerd – volgens Nasr een van de redenen dat het archief in tegenstelling tot andere kunstschatten bewaard is gebleven. In The Forbidden Reel is te zien dat zelfs een talibanofficial zijn nek heeft uitgestoken om de Afghaanse films te beschermen. Of dit betekent dat ze na de recente machtsovername ook voor vernietiging behoed zullen blijven is maar de vraag. Het archief is volgens Nasr nog intact en bevindt zich momenteel in het presidentiële paleis. Dat was misschien een goed idee toen Mariam Ghani’s vader aan de macht was, maar momenteel is dit een riskante plek. Zolang er buiten Afghanistan geen digitale kopieën circuleren is het archief sowieso uiterst kwetsbaar. Nasr schat in dat slechts vijf procent van het materiaal bewaard zou blijven wanneer de taliban de boel in de fik zou steken. De Afghaanse filmmakers met wie Nasr nog contact heeft zijn inmiddels ondergedoken omdat ze zich onveilig voelen. Wat het zou betekenen als de films – net als ander Afghaans cultuurgoed – worden vernietigd? ‘Film is visuele herinnering,’ zegt Nasr. ‘Dan verdwijnen de culturele referenties en herinneringen aan de betere tijden in Afghanistan. Wanneer je je herinneringen verliest, verlies je je identiteit en je narratief.’