Halverwege de jaren nul worden de festivals en bioscopen overspoeld door een golf van indrukwekkende Roemeense films. Het zijn sobere, sombere films zonder helden of moraal, waarin vragen belangrijker zijn dan antwoorden. Ze worden gemaakt door jonge regisseurs die met hun werk vooral reageren op de propagandistische cinema onder dictator Ceausescu (1918-1989), met communistische helden die vertelden wat goed was voor het land en voor de bevolking.
De makers zelf vinden niet dat ze deel uitmaken van een beweging of stroming, maar door de buitenwereld krijgen ze al snel een label opgeplakt. Of ze het nu willen of niet: zij zijn de Roemeense New Wave.
Een van de boegbeelden van die Roemeense New Wave is Cristian Mungiu (1968), die in 2007 in Cannes de Gouden Palm wint voor het illegale-abortusdrama 4 Months, 3 Weeks & 2 Days. Een uitermate naargeestige en tegelijkertijd overrompelende film, die ook in Nederland volle zalen trekt.
Nieuw is die Roemeense golf nu allang niet meer, maar de belangrijkste makers van toen leveren nog steeds films af. En ook nog steeds hele goede. Vorig jaar won Radu Jude in Berlijn bijvoorbeeld nog de Gouden Beer met Bad Luck Banging or Loony Porn.
Ook Cristian Mungiu is al die tijd gewoon doorgegaan met films maken. Zijn nieuwste heet R.M.N. en die is weer even naargeestig en overrompelend als het eerdergenoemde 4 Months, 3 Weeks & 2 Days. De film gaat over een dorpje in Transsylvanië, waar de vlam in de pan slaat wanneer drie arbeidsmigranten worden ingevlogen vanuit Sri Lanka.
De letters RMN staan overigens niet voor Roemenië, maar voor rezonanta magnetica nucleara, wat wij in Nederland kennen als een MRI. Een van de personages in de film moet zo’n onderzoek ondergaan, zodat de dokters kunnen achterhalen wat er allemaal mis is in zijn hoofd. Tegelijkertijd onderzoekt Mungiu in zijn film wat zich in Roemenië allemaal onder de oppervlakte afspeelt. En ook daar blijkt van alles mis te zijn.