Het is 2019 als het eerste seizoen van de tv-serie De kijk van Koolhoven – waarin filmmaker Martin Koolhoven (Oorlogswinter, Brimstone) gepassioneerd zijn favoriete genrefilms bespreekt – een ongewoon groot succes blijkt.
Succes dat wel gebruikt moest worden, zo legt Koolhoven begin januari uit in een koffiebar aan de Overtoom. ‘We hadden, zoals dat zo mooi heet, momentum. Dus samen met eindredacteur David Kleijwegt dachten we na over hoe we dat het beste konden inzetten. Genrefilms zijn in Nederland nooit echt van de grond gekomen. Dat is een bekend stokpaardje van mij, maar ik stoorde me ook al jaren aan de talentontwikkeling bij de Nederlandse omroepen.’
Daarom zette Koolhoven op een A4’tje uiteen hoe dat laatste volgens hem beter kon. Zo kwam hij uiteindelijk terecht bij Suzanne Kunzeler van de NPO. ‘Ik geloof dat ze officieel netmanager was of zoiets, maar eigenlijk was ze gewoon de koningin van het drama. Als zij iets niet zag zitten dan kon je het wel vergeten. Dus ik doe daar mijn verhaal, dat ik het niet goed vind gaan, waarop zij zegt: “Dat is mooi, want we hebben net besloten dat we het helemaal anders gaan doen.” Ze vertelde me wat hun nieuwe plannen waren en die vond ik eigenlijk nog veel erger. Er werd veel te veel uitgegaan van wat men op televisie wil zien, ik vond het geen cinema. Ze wilde weten hoe het volgens mij dan wel moest. Nou, als je talent wilt ontwikkelen dan moet je dat talent ook centraal stellen. Niet de wensen van de omroep. Ik zei, en ik blufte natuurlijk een beetje: als je nieuwe makers centraal stelt en je laat ze allemaal een genrefilm maken, trek je zeker meer kijkers. En wonder boven wonder zei ze meteen: “Ja, doe maar.”’