Je leest dit artikel uit de VPRO Gids gratis op VPRO Cinema. Wil je meer lezen over oa documentaires, podcasts en boeken? Neem dan een digitaal abonnement.
In de tragikomische dramaserie De verschrikkelijke jaren tachtig van Kim van Kooten en Tim Kamps zien we de absurde realiteit van een woongroep in dat veelbewogen decennium. ‘We laten een andere jaren tachtig zien dan je gewend bent.’
cadeautje
‘De jaren tachtig waren verschrikkelijk. Iedereen was lesbisch. Mijn moeder ook.’ Zo begint de roman De verschrikkelijke jaren tachtig die Tim Kamps in 2018 schreef, losjes geïnspireerd op zijn eigen jeugd. Zijn goede vriendin Kim van Kooten schreef er een blurb voor, een aanbeveling op de cover : ‘Een must-read over naakte mensen, vriendschap, meubels van riet en machtsmisbruik.’
Nou ja, zoiets wil je natuurlijk meteen zíen – geen wonder dus dat Van Kooten en Kamps groen licht kregen voor een VPRO-dramaserie gebaseerd op deze tragikomische roman. Vanaf 6 februari is de achtdelige serie De verschrikkelijke jaren tachtig te bekijken. Met Van Kootens echtgenoot Jacob Derwig als de tirannieke woongroepleider Bert, omringd door vier vrouwen: Malou Gorter, Bianca Krijgsman, Hannah van Lunteren en Maria Kraakman. Ook Kim van Kooten heeft een rol, zij het buiten de woongroep. En al is De verschrikkelijke jaren tachtig bepaald geen kinderserie, de hoofdrollen zijn voor twee getalenteerde kinderen: Rosa van Leeuwen en Kylian de Pagter.
Van Kooten schreef het scenario, Kamps regisseerde. Hun ambities zijn groot: De verschrikkelijke jaren tachtig begint als een comedy, maar moet in de loop van de acht afleveringen iedereen in tranen krijgen. Hoe pak je dat aan? En hoe beige waren de jaren tachtig precies? Kim van Kooten (1974) en Tim Kamps (1977) geven tekst en uitleg.
Waarom wilde je van deze roman een serie maken, Kim?
Kim van Kooten: ‘Ik moest zó hard lachen om Tims boek. Ik vond de setting heel inspirerend, zo’n woongroep en het tijdsbeeld: de jaren tachtig zijn natuurlijk ook mijn jeugd. Waar ik ook echt op aansloeg was dat het over kinderen gaat die eigenlijk te kwetsbaar zijn voor de omgeving waarin ze opgroeien. Vanuit die kinderen beleef je de gestoorde wereld van de volwassenen, die alleen maar met zichzelf bezig zijn. Zij komen er langzaam achter wat ze verkeerd doen, dat ze die kinderen totaal aan hun lot overlaten. Iets wat natuurlijk van alle tijden is, maar wat wel een beetje extra aan de hand was in die tijd van zelfontplooiing en woongroepen.’
Zien we in deze serie jouw eigen jeugd, Tim?
Tim Kamps: ‘Nee, zeker niet. Het boek was natuurlijk al een roman, maar Kim heeft er zo haar eigen ding van gemaakt dat het nog verder van mij af is komen te staan. Dat is maar beter ook, want mijn boek viel niet zo goed bij mijn familie. Terwijl dat boek ook gewoon een tijdsbeeld is.’
Ja, de jaren tachtig spatten in de serie echt van het scherm. Ik ben geboren in 1980 en de combinatie van pastelkleurtjes met ook nog veel beige en bruin uit de jaren zeventig vind ik heel herkenbaar.
KvK: ‘Ja precies, dat zijn die seventiesspullen die mensen al verzameld hadden en niet zomaar weer weg konden doen! Leuk dat het je opvalt, want daar is echt over nagedacht.’
TK: ‘Inderdaad, in deze serie laten we een andere jaren tachtig zien dan je gewend bent. Niet die frisse look van Doe Maar of Duran Duran.’
KvK: ‘Nee, het moest er gewoon verrot uitzien.’
TK: ‘Het zijn echt de verlepte jaren tachtig.’
Hoe kijken jullie zelf terug op de jaren tachtig?
TK: ‘Tja, ik zat dus in een nogal aparte omgeving, waar anders met kinderen werd omgegaan. Ik heb wel last gehad van mijn jeugd. Die periode was niet prettig en dat heeft me zeker gevormd, al weet ik niet of ik echt ongelukkig was. Een ongelukkige jeugd associeer ik toch meer met geslagen worden in een kelder. Hoe leg ik het uit… Ik had als kind gewoon veel zorgen en angsten. En dan moesten we ook nog elke week meelopen in een of andere klotedemonstratie, dat vonden mijn broer en ik echt verschrikkelijk.’
KvK: ‘De jaren tachtig waren voor mij best fijn: mijn ouders zijn superlief en heel vredelievend, we hadden vrijwel geen conflicten of gedoe. Ze waren in die tijd wel veel aan het feesten. Ik herinner me dat ik rondliep op feestjes waar de helft van de volwassenen halfdronken was of aan het blowen. Dat is dan aan de ene kant leuk en spannend, maar als je een gevoelig kind bent kan het ook een beetje grenzeloos voelen. Ik hou nog steeds niet echt van feestjes of drukte, dat heeft Tim ook. Maar of dit een reactie is op toen of dat we altijd al zo waren, weet je nooit. Ik denk dat het vooral iets is dat bij mijn karakter hoort.’
TK: ‘Ik zag laatst op de Australische televisie dat je nu consent moeten vragen om een baby te verschonen, dat je dus moet zeggen: “Mag ik jou een nieuwe luier geven?” Dat is nogal doorgeslagen, maar in de jaren tachtig sloeg het juist door naar de andere kant, denk ik. Dat er wel erg makkelijk over opvoeden gedacht werd, en niemand even zei: hé, is dat eigenlijk wel een goed idee? Blowen waar een kind bij is?’
Wat hopen jullie dat de serie teweegbrengt?
KvK: ‘Bij de eerste twee afleveringen kun je nog denken: o, lollig. Maar daarna barst je elke aflevering bij wijze van spreken in huilen uit, omdat het zo afschuwelijk is. Voor die combinatie van comedy en drama hebben we bewust gekozen, maar het is superspannend of het gaat werken. In Nederland kiezen we normaal gesproken heel duidelijk voor één genre.’
TK: ‘Ik hoop inderdaad vooral dat mensen blijven kijken, dat ze er tijd in willen investeren. Want het gaat steeds dieper en het wordt steeds mooier. Om bijna alle personages die eerst heel grotesk zijn, of heel depressief, of heel boos, ga je geven en dan denk je: Jezus ja, wat een gebroken situatie.’
KvK: ‘Maar het eindigt wel met een nieuw begin, hoor. Ik ben echt blij dat het ons gelukt is om een soort oplossing voor de kinderen te vinden. Zonder dat het zoetsappig wordt.’