‘Financier kunst, geen oorlog’. Terwijl de makers van Canada’s duurste productie ooit over de rode loper schrijden, protesteerden zo’n twintig mensen tegen de bezuinigingen van miljoenen in de Canadese kunstsector. Niet dat de demonstranten de opening van het Toronto International Film Festival verpesten: de bordjes zwiepen vrolijk mee op de maat van de muziek van een militaire marsband.
Die band moest een Eerste Wereldoorlogtintje geven aan de galapremière van het epische drama Passchendaele dat de boeken in gaat als Canada’s duurste filmproducties. Het filmfestival in Toronto, dat traditioneel opent met een Canadese film, kon na jaren klein drama eindelijk eens uitpakken met een grootse publieksvriendelijke film. Het kostte acteur Paul Gross, ook regisseur, scenarioschrijver en producent, jaren om het budget van zo’n 20 miljoen Canadese dollars rond te krijgen.
Gross had een persoonlijke drijfveer. De film is geïnspireerd op het verhaal van zijn opa die meevocht in de Derde Slag om Ieper. De Eerste Wereldoorlog was voor Canada een vormende gebeurtenis, stelt hij bij de openingsavond. ‘Ik was als jongetje al geïnteresseerd in die verhalen,’ vertelde hij voor de filmvertoning. ‘Niet in de politieke verschuivingen, maar in de slachtoffers die vielen uit opoffering of liefde.’
Dat lijkt een belangrijk thema in de programmering van het TIFF . De politiek georiënteerde films van vorig jaar zoals Rendition en Redacted hebben plaats gemaakt voor meer naar binnen gekeerd drama. Irak- films zijn er nog wel, maar focussen meer op menselijke verhalen dan politieke statements, zoals The Hurt Locker (Kathryn Bigalow). ‘Het zijn films die vaker over de relaties tussen karakters en familiebanden gaan dan dat het politieke statements zijn over wat er gebeurt in de wereld’, zei Cameron Bailey , de nieuwe codirecteur van het filmfestival eerder.
Passchendaele probeert melodrama – inclusief een erotische scene aan het slagveld, vol vertragingen, close-ups en violen –, een anti-oorlogsboodschap en patriottisme te mengen. Dat pakt ondanks prachtige decors niet goed uit.
Over de gehele linie lijkt de toon van de films lichter van toon. Opvallend zijn de vele komedies zoals Ghost Town (met de eerste hoofdrol voor The Office -baas Ricky Gervais) en misdaadfilms, als RocknRolla (Guy Ritchie) en Pride and Glory (Gavin O’ Connor). Buiten een wellicht verschoven interesse van de filmmakers kan dat nog een andere reden hebben: het filmfestival markeert traditioneel ook de begin van alle Oscarspeculaties. Maar de grote films waarmee de studio’s de beeldjes binnen willen slepen, zijn nog niet af door alle stakingen in Hollywood het afgelopen jaar. De concurrentie met Venetië wordt feller, waarbij directeur Marco Mueller van het Italiaanse festival dit jaar volgens filmvakblad Variety expres de wat interessante films aan het einde van het festival programmeerde om te voorkomen dat de belangrijke festivalgangers donderdag al zouden doorreizen naar Toronto.
Toronto vertoont wel een mooie selectie uit de programmering festivals in Cannes en Venetië met films als Hunger, Entre les Murs, Burn After Reading en Rachel getting Married. In de lijst van 312 films staat ook een Nederlandse film, Het Zusje van Katia, de film van Mijke de Jong.
Het grote verschil tussen Toronto en de andere grote festivals is dat het voor het gewone publiek toegankelijk is. De bezoekers van het TIFF reiken bovendien de belangrijkste prijs uit: de publieksprijs.
Zo kan het gebeuren dat voor de ingang dames in galajurken gewillig poseren voor de fotografen en verderop een rij mensen in spijkerbroek standby staat om de overgebleven plaatsen in te nemen. Bij de openingsavond zijn dat er nooit zo veel, maar met 500 internationale gasten, waaronder sterren als Brad Pitt en zijn ex Jennifer Aniston zal dat de komende dagen wel veranderen.
Het filmfestival in Toronto duurt nog tot 13 september