Het bewuste sprookje gaat zo: er rijden nieuwe hogesnelheidstreinen op het
Japanse eiland Kyushu, en als je erbij bent wanneer twee van die treinen elkaar
kruisen, komt er een energie vrij die wensen laat uitkomen.
De wens
van Koichi en Ryu ligt voor de hand: hun ouders zijn onlangs gescheiden en
moeten weer bij elkaar komen. Koichi (ongeveer twaalf jaar) woont op het zuiden
van het eiland bij zijn moeder en opa en oma, Ryu (een jaar of tien) in het
noorden met zijn vader, een popmuzikant. De broers hebben elkaar al een halfjaar
niet gezien, maar houden telefonisch contact.
De gerenommeerde
Japanse regisseur Hirokazu Kore-eda maakte in 2004 ook al een geduldige,
eerlijke, onsentimentele film over kinderen en familiebanden: het veelbekroonde
Nobody Knows. Die film was gebaseerd op een nieuwsbericht over een verwarde
moeder die haar kinderen achterliet in een flat, en had een zwaarmoedige
ondertoon. I Wish is veel luchtiger en daardoor wat minder urgent, maar niet
oppervlakkiger. De film neemt rustig de tijd om je onder te dompelen in de
belevingswereld van kinderen, en af en toe een aandoenlijk subplotje te volgen.
Waar sommige filmmakers er opuit zijn hun publiek even alles en iedereen te
laten vergeten, is Kore-eda er een meester in je tijdens het kijken aan het
mijmeren te laten slaan. In zijn dromerige film
After Life (1998) wierp hij de vraag op: als je één herinnering mocht
meenemen naar het hiernamaals, welke zou dat dan zijn? Ditmaal voert hij je
onwillekeurig terug naar de dromen en wensen uit je eigen jeugd.
Interactieve cinema dus, niet geschikt voor een lui publiek. Evengoed zou I Wish
wel eens Kore-eda’s grootste hit kunnen worden, want het is ook een pure,
universele, humanistische feelgoodfilm, prachtig gefilmd en knap gecast. Voor de
bijrollen werden veel bekende Japanse acteurs gestrikt, en voor de hoofdrollen
had Kore-eda geen geschiktere jochies kunnen vinden de echte broers Koki en
Oshiro Maeda, in het dagelijks leven bekend als komisch duo.
Zelfstandige jochies zijn het, de jonge broers Koichi – introvert en tobberig – en Ryu, een vrolijke stuiterbal. Maar ook nog groen genoeg om in sprookjes te geloven. Of in ieder geval om in sprookjes te wíllen geloven.