Het subtiele Kid is de derde speelfilm van de jonge Vlaamse arthouse-
regisseur Fien Troch, die indruk maakte met haar debuut
Een ander zijn geluk (2005) en de even ingetogen opvolger
Unspoken (2008). In beide films draaide het ook al om leegte en gemis.
In Kid, dat mede werd ontwikkeld op de Cinemart van het Rotterdams filmfestival
, beziet Troch de wereld door de ogen van de zevenjarige Kid, die met zijn broer
Billy en moeder op een varkensboerderij in de troosteloze streek de Kempen
woont. Vader is er vandoor, met achterlating van een torenhoge schuld; zijn
schuldeisers vallen Kids lethargische moeder dagelijks lastig, niet alleen op de
parkeerplaats van de supermarkt maar ook thuis.
De onmachtige
moeder, een fraaie rol van Gabriela Carizzo met hoog opgetrokken schouders en
een constante frons op haar voorhoofd, steekt haar kop in het zand en doet de
deur gewoon niet open. Haar problemen worden er alleen maar groter door, Kid
ziet zijn 'veilige' wereld steeds verder ontmanteld worden. Het even
onaangepaste als zelfredzame joch met korte blonde haren en trouwe lobbesogen
moet het zelf maar zien te rooien.
Met een bebrild, onhandig
schoolvriendje struint hij rond in de supermarkt, samen met Billy brengt hij
bezoekjes aan zijn oom en tante. Nonkel vertelt dan slechte moppen, tante huilt
in een handdoek zodat niemand van haar verdriet hoort.
Waar
geestverwanten als de gebroeders Dardenne vrijwel geen gebruik maken van muziek
, wordt de toon in Kid sterk bepaald door het sound design van de Nederlander
Michel Schöpping en de (bekroonde) muziek van Senjan Jansen, die op goed gekozen
momenten wordt afgewisseld door al even indringende koorzang.
De
cast (vooral amateurs) overtuigt – zonder al te veel woorden, maar met kleine
gebaren, blikken of handelingen. De kadrering en de montage zijn zeer precies;
de aankleding en de locaties zijn uiterst geloofwaardig. De wereld van Kid is
grauw en grijs. Van de immense, verlaten parkeerplaats voor de supermarkt tot
het klaslokaal, van de uit baksteen opgetrokken kerk tot het huis van oom en
tante, met rolluiken voor de ramen.
Alleen op een plek in het bos
achter de boerderij schijnt de zon. Daar, zo vraagt Kid zijn moeder tot drie
keer toe op dwingende toon, zullen ze elkaar toch terugzien mochten ze elkaar
kwijt raken?
Je blijft hopen, tegen beter weten in.
Een klungelig schilderijtje van een huis met bloeiende bomen ervoor. Een gettoblaster met een stapeltje cd's ernaast. Een eenzaam koffiekopje op het aanrecht. Een speelgoedautootje dat op zijn kant op een houten kastje ligt naast een ordner die uitpuilt van de rekeningen. Met slechts vier trefzeker gekozen beelden wordt nog voor de begintitels de biotoop geschetst van het hoofdpersonage Kid. De beelden blijven seconden lang staan, de camera beweegt niet. Zeurende elektronische muziek versterkt de immens treurige sfeer.