De plot van To the Wonder is even simpel als onbelangrijk. In Parijs worden
de Amerikaanse Neil (
Ben Affleck) en alleenstaande moeder Marina (
Olga Kurylenko) verliefd op elkaar. Marina en dochter Tatiana gaan met Neil
mee naar Amerika, naar de uitgestrekte 'flatlands' van Oklahoma, waar Marina
steeds ongelukkiger wordt, en Neil weer contact zoekt met Jane (
Rachel McAdams), een vriendin van vroeger.
Zo'n verhaallijn
suggereert enige spanning, maar die wordt door Malick stelselmatig ondermijnd.
Het gaat hem niet om de exacte gebeurtenissen die bij Neil en Marina tot de
verwijdering leiden, hij wil laten zien wat het simpele feit dat zoiets gebeurt
met deze mensen doet.
In To the Wonder zitten vrijwel geen dialogen
. Want Malick wil niet dat we begrijpen waarom de twee uit elkaar drijven, maar
dat we het voelen.
In een tweede, kleinere verhaallijn volgen we
priester Quintana (
Javier Bardem), die God is kwijtgeraakt. Beide lijnen kruisen elkaar wel
even, maar ook dat is bijzaak. Zoals gezegd draait het bij Malick niet om de
plot. Hij vertelt geen verhaal, hij probeert zijn gevoelens en twijfels met ons
te delen.
Dat extreem persoonlijke maakt To the Wonder zelfs voor
een fan als ik ben wel eens lastig te verteren. Ik deel bijvoorbeeld zijn
obsessie met wervelende vrouwen niet; werd bijna duizelig van de constant
tollende Kurylenko, en zie ook de eindeloze schoonheid van wuivend gras en
ruisende boomtakken niet zo.
Aan de andere kant nodigt Malick me
uit, dwingt me bijna – omdat het verhaal in zijn film zo onaf is – mijn eigen
verhaal aan de film toe te voegen. En die ruimte wordt, bij al het hermetische
Hollywoodgeweld, zeer op prijs gesteld.
De stijl van Terrence Malicks To the Wonder is even vluchtig en ongrijpbaar als de grote thema's – Geloof en Liefde – die hij in zijn film aansnijdt. Je schuurt er langs, denkt even dat je iets in handen hebt, maar voelt het vervolgens tussen je vingers door glippen. Dat maakt Malick voor het grote publiek onverteerbaar, maar voor een klein publiek juist onmisbaar.