Warme kleuren zijn er op het eerste gezicht niet te vinden in The Selfish Giant. In het landschap rond Bradford, waar Barnard ook haar documentaire The Arbor filmde en zodoende de mensen leerde kennen uit wie ze haar twee jonge hoofdrolspelers castte, overheersen metaalblauw en grijs, en liggen de straten en velden bezaaid met schroot. De restanten van een vooruitgang die aan de mensen hier voorbijging. Maar het is meer dan alleen decor. Met die aandacht voor kleuren en texturen maakt Barnard die kille wereld tastbaar.
Net als de pubers Swifty en Arbor, die het schroot verzamelen om te verkopen aan een lokale ijzerhandelaar, voel je als kijker je vingers over het roestende metaal gaan. Maar je voelt en ruikt ook de dauw die over de heuvels hangt als ze in de vroege morgen met gevaar voor eigen leven op pad gaan om ander metaal te vinden – het koper van de spoorlijnen bijvoorbeeld. Als dat weg is, kunnen de treinen niet meer rijden. Daarmee laat Barnard op een elegante manier zien dat armoede niet iets lokaals is, maar ook de wereld eromheen ontwricht. En dat je mensen niet zomaar aan hun lot kunt overlaten, zoals steeds meer gebeurt, zegt de regisseur in interviews.
Barnard heeft ook gezegd dat ze niet op de eerste plaats een politieke film wilde maken. The Selfish Giant is haar versie van het gelijknamige verhaal van Oscar Wilde, over kinderen die door een reus uit zijn tuin worden verdreven , waarna de tuin sterft. De heuvels en velden rond Bradford vormen de tuin van Swifty en Arbor, de plek waar ze zouden moeten rennen en spelen, maar waar ze nu moeten werken om te overleven. Want in Bradford laten de vaders het afweten.
The Selfish Giant is een noodlotsdrama dat niemand onverschillig kan laten. Geholpen door het ontroerende spel van haar twee jonge acteurs, creëert Barnard een wereld waarin voor kinderen geen plek meer lijkt te zijn. Al geeft hun vriendschap die wereld nog wel een aangename dromerigheid mee.
De gootstenen uit de kitchen sink-drama's van Ken Loach en Mike Leigh liggen bij Clio Barnard kapot op straat. Dit is het sociaal realisme twintig, dertig jaar later. De frivole ondertonen en het gemeenschapsgevoel van 'wij tegen de wereld' zijn weg en ook hier is het nu ieder voor zich. Maar hoe grauw dat ook klinkt, toch is deze bitterzoete fabel vooral een warm verhaal over vriendschap.