Die eerdere films waren best spannend, maar historisch deugde er weinig van. Goede zaak dus dat we nu The Imitation Game kunnen zien, waarin de geschiedenis meer recht wordt gedaan. Weliswaar overgoten met een Hollywoodsausje, maar alle belangrijke feiten – overgenomen uit het boek Alan Turing: The Enigma van Andrew Hodges, uit 1992 – schijnen te kloppen.
Eigenlijk verbazend dat het zo lang heeft geduurd voor het boek van Hodges werd verfilmd, want het verhaal van Alan Turing, de wiskundige die de operatie leidde, is erg bijzonder. Al was het maar omdat zijn werk van grote invloed was op de uitkomst van de oorlog, en later ook op de ontwikkeling van de computer. En omdat Turing gewoon een bijzonder figuur was: briljant, maar sociaal onaangepast (autistisch, zouden we nu zeggen), en homoseksueel (toen dat nog strafbaar was).
Regisseur Morten Tyldum (bekend van de harde Noorse thriller Headhunters uit 2011) presenteert de geschiedenis als een tamelijk conventioneel drama, met wat spanning, humor, sentiment en handig getimede flashbacks. De film past daarmee in het rijtje van succesvolle publieksfilms als A Beautiful Mind en The King's Speech. Soms ligt het drama er wat dik bovenop; een onrealistisch klinkend zinnetje dat de thematiek van de film netjes verwoordt komt bijvoorbeeld wel drie keer voorbij.
Maar los van dergelijke ergernisjes is The Imitation Game een heel onderhoudende en soms ook ontroerende film. Vooral het acteren is sterk, van acteurs als Keira Knightley, Matthew Goode en Mark Strong . Bovenal behoort The Imitation Game echter toe aan hoofdrolspeler Benedict Cumberbatch, de populaire Brit die sinds zijn doorbraak in de serie Sherlock opduikt in zo'n vier à vijf films per jaar. Turing is een typisch Cumberbatch- personage: lomp en gefrustreerd, maar ook zeer menselijk.
En daarmee is The Imitation Game een waardig eerbetoon aan een miskende oorlogsheld. Beter laat dan nooit.
Het gegeven kennen we al uit thrillers als U-571 en Enigma: in de Tweede Wereldoorlog werd een aantal van de knapste koppen van Engeland verzameld in het landhuis Bletchley Park (iets buiten Londen), in de hoop dat die berichten van de Duitsers zouden kunnen ontcijferen die met zogenaamde Enigma-machines waren gecodeerd.