Voor wie jarenlang Kerst heeft gevierd in Franse familiekring, wordt Kerst in
Nederland nooit meer het feest van vroeger, hoe dierbaar je de eigen familie
ook is. En die ene Franse film over alles wat aan de grote samenzijndag
voorafgaat maakt dan onherroepelijk weemoedig.
In
La bûche (1999) van
Danièle Thompson doet welgestelde Parisienne Sonia (
Emmanuelle Béart) inkopen in Rungis, de gigantische versmarkt zo groot als
een dorp die de fameuze Hallen van weleer vervangt. De meticuleuze
boodschappenronde voor het Kerstdiner en famille is een pijnstillende afleider
voor haar zinkende huwelijk. Tot de verdoving behoort een rollekebolleke ter
plekke met haar bloemenleverancier. Erna: oesters en droge witte wijn.
Sonia’s jongere zussen Louba (de verrukkelijke
Sabine Azéma) en Milla (
Charlotte Gainsbourg) hebben ook zo hun sores en karakters. Het drietal
heeft zojuist, op 21 december, met hun ontroostbare moeder hun stiefvader
begraven. Gedeelde eenzaamheid, zorgen en oud zeer komen die Kerst samen.
Benijdenswaardig? Hm. ‘Et pourtant’, om het chanson van Charles Aznavour te
citeren; en toch. Uit hetzelfde nest, terug naar dat nest, voor even. Een
eeuwenoude viering brengt de brokken en scherven, de temperamenten, de uit
elkaar gegroeide levens weer samen.
Met kalkoen zonder truffel (de
gepreoccupeerde Louba is de delicatesse in de vulling vergeten en het beest is
al moeizaam dichtgenaaid). Met onverwachte gasten en goede champagne uiteraard.
En met de bûche (‘boomstam’), die traditionele pâtisserie als dessert. ‘Joyeux
Noël!’ Dat was gisteren, in Frankrijk. Overmorgen is het weer een gewone dag, in
Nederland.
Lees ook de column over The Hudsucker Proxy