Van de 1500 voor de hoofdcompetitie van het festival van Cannes aangemelde films worden er hooguit twintig uitgekozen. 'Zoals elke filmmaker voelde ik me verplicht om mijn film in te dienen voor Cannes. En zoals elke filmmaker wist ik dat ik niet geselecteerd zou worden.'

Grappig berichtje op 2 maart jongstleden: filmmaker Paul Verhoeven klaagt Cannes aan omdat zijn film niet werd geselecteerd voor het festival. Het gaat gelukkig niet om onze eigen Paul, maar om een naamgenoot uit Parijs. Een 73- jarige regisseur die in 2009 het – volgens hemzelf – meesterwerk Teenagers maakte. Een ultra lowbudgetfilm (voor de liefhebber: de trailer van de film is online te vinden) die de jeugd zou behoeden voor terrorisme, zelfmoord, criminaliteit en homofobie. Vooral dat laatste is belangrijk voor de Franse Verhoeven, die meent dat de keuzeheren in Cannes zijn Teenagers destijds hebben verworpen vanwege het homoseksuele karakter van de film. Dat La vie d’Adèle, een lesbisch liefdesdrama met een seksscène van zo’n tien minuten, in 2013 in Cannes de Gouden Palm won, doet zijn zaak natuurlijk weinig goed.

Je kan om deze verdwaalde Verhoeven lachen, maar zijn actie is bovenal een bewijs van het enorme belang van Cannes. Niet geselecteerd worden kan tot waanzin leiden.



Niet dat je als filmmaker veel kans hebt op selectie, overigens. Elk jaar worden meer dan vijftienhonderd films aangemeld voor de hoofdcompetitie, waaruit er uiteindelijk maximaal twintig worden gekozen . En van die twintig plekken gaan er altijd wel een paar naar Cannesdarlings als Ken Loach, Michael Haneke en de gebroeders Jean-Pierre en Luc Dardenne.

En zelfs die maken zich in de weken voor de selectie nog zorgen, zoals Jean-Pierre Dardenne vorig jaar bekende in ons interview over Deux jours, une nuit. Broer Luc, op zijn beurt, maakte zich juist geen zorgen, omdat: ‘als de een al nerveus is, hoeft de ander dat niet meer te zijn.’ Deux jours, une nuit werd vorig jaar (uiteraard) geselecteerd voor de hoofdcompetitie.

Grap
Als je de hoofdcompetitie al niet redt zijn er altijd nog de bijcompetities. Niet zo prestigieus omdat er geen Gouden Palm te winnen is, maar altijd nog beter dan een plekje in Berlijn, Toronto of Venetië. Vorig jaar was de Amerikaanse onafhankelijke filmmaker Jeremy Saulnier in Rotterdam met zijn verrukkelijke wraakthriller Blue Ruin. De zegetocht van die film begon in de Quinzaine (een van die bijprogramma’s) in Cannes. Saulnier destijds in Rotterdam: ‘Zoals elke filmmaker voelde ik me verplicht om Blue Ruin in te dienen voor Cannes. En zoals elke filmmaker wist ik dat ik niet geselecteerd zou worden. Het was meer bedoeld als grap, en als een stok achter de deur, zodat ik mijn film in ieder geval op tijd af zou hebben voor het Sundance festival.’



Toen bleek dat Saulniers film toch niet kansloos was, sloegen de zenuwen toe. ‘ Omdat ik niet wist of ik Blue Ruin op tijd af zou krijgen bleef ik het festival bestoken met telefoontjes. Na de derde keer zeiden ze: “Oké, oké, stop maar met bellen, you’re in.” Ik heb daarop dag en nacht gewerkt om de film op tijd af te krijgen. Waardoor ik helemaal geen tijd had om me zenuwachtig te maken voor de première. Pas een paar dagen voor het festival was ik klaar. En pas tijdens de première zag ik de film met de juiste geluidsmixage, kleurcorrectie en special effects. Het was de beste ervaring die ik als filmmaker ooit heb gehad. Ik heb de film sindsdien ook niet meer willen zien. Zo mooi als toen wordt het toch nooit meer.’

Hoewel… Saulnier is weer geselecteerd voor Cannes. En weer voor de Quinzaine. Deze keer met de misdaadthriller The Green Room, over de leden van een punkband die het moeten opnemen tegen een groepje neonazi’s.

Minder gelukkig waren de Nederlanders dit jaar. David Verbeek stond op de shortlist met het drone-drama Full Contact, maar de film overleefde de selectie niet. Misschien wel omdat vorig jaar in Venetië al een ander drone-drama in première ging, Good Kill van de Amerikaan Andrew Niccol.



Ook Alex van Warmerdams Schneider vs. Bax redde het niet. En dat terwijl zijn Borgman twee jaar geleden, als eerste Nederlandse film in 38 jaar, werd opgenomen in de hoofdcompetitie. Toen werd Van Warmerdam een dag voordat de selectie bekend gemaakt werd nog gebeld door de directeur van het festival, dit jaar kreeg hij een mailtje.

Cannes Reports


De 68ste editie van het Festival de Cannes wordt gehouden van 13 tot en met 24 mei . Net als vorig jaar zullen we weer iedere dag vanuit Cannes berichten in VPRO Cinema’s Cannes Reports: korte sfeerreportages vanaf het festival met interviews , persconferenties en rode lopers, waarin we de belangrijkste kanshebbers op de Gouden Palm volgen, maar ook oog hebben voor de interessantste titels buiten de hoofdcompetitie.
Zie www.vpro.nl/ cannes.

En wat interessante titels betreft; ik verwacht dit jaar veel van de volgende drie films:

1. Louder Than Bombs van Joachim Trier.
Omdat deze intelligente, jonge Noor (ver familielid van Lars von Trier) alleen nog maar interessante films heeft gemaakt. Al moet gezegd: Louder Than Bombs is pas zijn derde film.
2. The Lobster van Yorgos Lanthimos.
Vanwege de heerlijke premisse van de film: in de nabije toekomst worden vrijgezellen samengebracht in een eng hotel aan de rand van een donker bos. Hebben ze binnen 45 dagen geen partner, dan worden ze veranderd in een beest en het bos in gestuurd.
3. Dheepan van Jacques Audiard.
Omdat alles wat Audiard maakt krachtig en bezield is. Denk maar aan zijn twee vorige films: Un prophète en De rouille et d’os.