Het ‘miskende zintuig’, zo is ons reukvermogen wel getypeerd. We navigeren door de wereld met onze ogen en oren, dat we ook nog kunnen ruiken is mooi meegenomen. Het is niet voor niets dat we wel het woord ‘blind’ kennen, en ‘doof’, maar dat een woord voor ‘niet kunnen ruiken’ in onze taal ontbreekt. Het reukvermogen heet ook het ‘mysterieuze’ zintuig. De precieze werking bleef lang onbekend. Pas begin jaren negentig vond een doorbraak plaats, toen onderzoekers ontdekten dat geurmoleculen zich in de neusholte binden aan specifieke receptoreiwitten. Maar de vraag hoe het kan dat mensen in staat zijn vele duizenden geuren te onderscheiden is nog steeds onbeantwoord.
Dat geur, misschien nog directer dan andere zintuigen, inwerkt op het gemoed, is wel al langer bekend. Geur roept levendige herinneringen op, en sterke emoties, vaak zonder dat we ons er überhaupt van bewust zijn dat we iets ruiken; het gevolg van de route die geursignalen in de hersenen afleggen. Niet vreemd, hoe dan ook, dat al vaker op zoek werd gegaan naar een manier om de geurdimensie toe te voegen aan media.
‘First they moved (1895)! Then they talked (1927)! Now they smell!’ luidde in 1960 de kreet waarmee bioscoopbezoekers naar Scent of Mystery werden gelokt. Het was de eerste keer dat geur een integraal onderdeel vormde van een filmvertoning. Smell-O-Vision heette het systeem. Het was de eerste film speciaal gemaakt met het oog op die extra dimensie – zo werd de moordenaar ontmaskerd door de geur van zijn pijp, werd de komst van het ‘domme blondje’ aangekondigd met een goedkope parfumlucht et cetera – iets wat later, toen de film ook zonder geur werd vertoond, voor een surrealistisch effect zorgde, want waarom moest het bakken van een brood in hemelsnaam zo krankzinnig lang in beeld worden gebracht?
Dertig verschillende geuren kregen de toeschouwers voorgeschoteld, waaronder ‘happy odor of baking bread’, ‘nicotinous smoky character of pipe tobacco’ en ‘strong, juicy greenness of clover and grass’. De nieuwlichterij bleek geen succes. Het systeem maakte een sissend kabaal telkens als een geur de zaal in werd geblazen, op sommige plekken was de geur nauwelijks waarneembaar, dus bleven mensen luidruchtig snuiven, de geuren kwamen te vroeg of juist te laat, of ze bleven hangen terwijl de volgende scène alweer was begonnen.