In de hal van het Bonnefantenmuseum in Maastricht waan je je direct al in een Lynchiaanse setting. Op de schermen speelt een korte film die David Lynch zelf opnam voor de tentoonstelling. De muziek is onheilspellend, de hal vormgegeven met de kenmerkende rode gordijnen. En dan moet de expositie nog beginnen.
Het museum heeft voor de omvangrijke expositie Someone is in my House, waar meer dan vijfhonderd werken tentoongesteld worden, ruim vijftien zalen ingericht. In de eerste ruimte is bijvoorbeeld zijn eerste hybride installatie te zien, Six Men Getting Sick: een combinatie van schilderij, film, sculptuur én geluidsinstallatie, bijna ondoenlijk om in woorden te vatten. Karakteristieker kunnen we haast niet aftrappen.
De expositie voelt als een lange afdaling in de oneindige bovenkamer van Lynch. Schetsen, bouwwerken, schilderijen, zelf ontworpen lampen, maar ook krabbeltjes op luciferdoosjes en kindertekeningen. Kijkend om je heen schieten er allerlei termen door je hoofd: onbegrijpelijk, mysterieus, maar tegelijkertijd fascinerend en in zekere zin opwindend.
In de expositie komen alle elementen samen die Lynch maken tot wat hij is. Compromisloos. Duister. Zwart-komisch. Ongrijpbaar. Of, zoals het Oxford Dictionary het 'Lynchiaanse' definieert: het samenvoegen van surrealistische of sinistere elementen met het alledaagse, en het gebruik van visuele beelden om een dromerige kwaliteit van mysterie of dreiging weer te geven.