Elizabeth Taylors lippen zijn miles deep en David Lynch zinkt er in weg als hij de actrice kust. Dat mocht, want Taylor was groot fan van Blue Velvet. Volgens Lynch zag Taylor hem als marriage material; David Lynch had zomaar de zoveelste Mister Taylor kunnen worden.
Het is een van de vele verrukkelijke anekdotes uit de biografie van David Lynch (1946) die eind juni verscheen, Room to Dream. Een turf van 550 pagina’s, doorspekt met privékiekjes en set-foto’s van de regisseur, die steevast een sigaret heeft bungelen in de mondhoek. Waarom nu dit boek? In een interview met de Amerikaanse radiozender NPR antwoordde de regisseur typisch Lynchiaans ontwijkend met ‘Ik weet het niet.’
Maar zo gek is het niet, die biografie, Lynch is ook alweer 72 en het grootste deel van zijn oeuvre ligt achter hem. En er is nog meer belangstelling voor Lynch: dit najaar opent Someone is in My House, een grote overzichtstentoonstelling in het Bonnefantenmuseum met vooral veel beeldend werk van multitalent Lynch. De regisseur komt hiervoor in eigen persoon naar Nederland.
Zoals je van een eigenzinnig persoon als David Lynch kan verwachten is Room to Dream geen doorsnee biografie, maar een unieke coproductie met LA Times criticus Kirsten McKenna, waarbij ze om en om een hoofdstuk schreven. McKenna zorgde voor het feitelijke biografische deel, waarvoor ze meer dan honderd medewerkers, acteurs en intimi sprak. Tussendoor staan de vrije improvisaties van Lynch zelf, waarin hij uit de losse pols verhalen, voorvallen en observaties opdiept. Vaak leuk en wetenswaardig, maar Lynch is ook nogal breedsprakig en de eindredacteur had wel wat strenger mogen zijn. Wat de lezer helpt, is het uitgebreide register op filmtitel en op persoon. Dat maakt Room to Dream - de titel verwijst naar de gelijknamige eigen documentaire van Lynch over zijn werk - een fijn boek om in te grasduinen.