Alzheimer, scheidende ouders, racisme, integratie, ontluikende homoseksualiteit – het zijn opvallend complexe en gevoelige thema's die regisseur Mischa Kamp aansnijdt in haar jeugdfilms, en ze maakt die niet simpeler dan ze zijn. Neem haar nieuwste film Kapsalon Romy, die nu in de bioscoop draait. Centraal staat een tienjarig meisje dat te horen krijgt dat ze voortaan na schooltijd naar oma moet, omdat haar alleenstaande moeder fulltime gaat werken. Aanvankelijk botert het niet tussen Romy en oma Stine, maar als blijkt dat de oude vrouw dement begint te worden, ontwikkelen ze alsnog een hechte band.
Kamp toont het alzheimerproces onomwonden, met de komische misverstanden die erbij komen kijken, maar vooral ook de pijn en frustratie. En nee, het komt niet alsnog goed met oma. Vooral het laatste kwartier is best heftig voor de basisschooldoelgroep. Maar het realisme, dat wordt verzacht door voldoende humor en aandoenlijkheid, maakt de film wel erg effectief, zowel voor een jong als een ouder publiek. Niet voor niets werd Kapsalon Romy al op meerdere internationale festivals bekroond.