Amsterdam-Noord is het werkterrein van de 34-jarige regisseur Sam de Jong. Hij is er geboren en nam er naast een handvol korte films ook zijn overrompelende debuutfilm Prins (2015) op. Het eigenzinnige en magisch-realistische Prins opende deuren in Amerika en De Jong verruilde Noord voor New York, waar hij vorig jaar Goldie maakte.
Maar werken in Amerika viel tegen (lang wachten, te veel bemoeienis) en De Jong keerde terug naar Nederland. En naar Amsterdam-Noord, waar hij in de afgelopen maanden zijn derde speelfilm, Met Mes, opnam.
Op zondag 23 augustus ga ook ik naar Amsterdam-Noord. Naar het Parlevinkerpad, voor mijn allereerste setbezoek. Eerdere uitnodigingen voor setbezoeken heb ik altijd afgeslagen, omdat je al snel onderdeel van de promotie wordt. Je hebt de film immers nog niet gezien en kunt er dus geen zinnige vragen over stellen, feitelijk zorg je alleen voor extra publiciteit.
Maar voor Met Mes maak ik graag een uitzondering: het is een van de eerste Nederlandse speelfilms die gedraaid wordt in tijden van corona en daarmee zal het een goed voorbeeld zijn van hoe het nieuwe filmen eruit gaat zien.
Het duurt even voor ik tussen alle oude flats bij het Parlevinkerpad de foodtrucks en trailers zie die je op een set verwacht. Met Mes is geen al te grote productie, wat tijdens corona juist een voordeel is. Minder mensen die anderhalve meter afstand van elkaar moeten houden. En minder mensen die regels kunnen overtreden.
De set is provisorisch afgesloten en voor ik mag binnenkomen wordt er eerst een pistool op mijn hoofd gericht waarmee mijn temperatuur wordt gemeten. Die blijkt acceptabel en na het desinfecteren van mijn handen en een korte check van mijn mondkapje word ik toegelaten.
De opnamen zijn iets uitgelopen en de tijd die mij is toegezegd om met regisseur De Jong en acteurs Shahine El-Hamus en Nils Verkooijen te praten dreigt drastisch ingekort te worden. Totdat we besluiten dat het gesprek net zo makkelijk tijdens de lunch kan.