Je leest dit artikel uit de VPRO Gids gratis op VPRO Cinema. Wil je meer lezen over oa documentaires, podcasts en boeken? Neem dan een digitaal abonnement.
Elena Ferrantes boeken maakten zo veel indruk op actrice Maggie Gyllenhaal dat ze besloot voor haar regiedebuut een roman van Ferrante te bewerken. Dit werd uiteindelijk The Lost Daughter.
cadeautje
Toen actrice Maggie Gyllenhaal (1977) een van de Napolitaanse romans van Elena Ferrante las, zo liet ze in interviews weten, had ze meteen iets van: ‘O mijn God, wat is deze vrouw verknipt.’ Maar even later dacht ze weer: ‘Wacht even. Wat ze schrijft is heel herkenbaar voor mij. Ben ik dan ook zo verknipt?’
En tijdens het lezen van Ferrantes Dagen van verlating (2002) – over een vrouw die doordraait wanneer haar man haar onverwacht verlaat – liet Gyllenhaal het boek op een gegeven moment vol afschuw uit haar handen vallen. Om er vervolgens twee dagen lang niet meer naar om te kijken.
Het was dus niet zo dat ze genoot van Ferrantes verhalen over angst, ambitie, moederschap en verlangen, maar ze voelden wel levensecht en maakten diepe indruk op de actrice. Zozeer zelfs dat ze besloot dat haar eerste film als regisseur een bewerking van een van Ferrantes boeken moest worden. Eerst dacht ze aan Dagen van verlating, de roman die ze met moeite uit had gelezen, maar daarvan bleken de rechten al verkocht. Daarna zette Gyllenhaal haar zinnen op de novelle De verborgen dochter (2006).
Daarin volgen we literatuurprofessor Leda Caruso, die op werkvakantie is in een badplaats in de buurt van Napels. De 48-jarige Leda observeert graag andere mensen en met name de jonge Nina en haar dochtertje Elena trekken Leda’s aandacht. De manier waarop Nina met Elena op het strand speelt en hoe Elena op haar beurt moedertje speelt met haar pop roepen herinneringen op bij Leda. Goede herinneringen zijn dit niet, want ze is, in haar eigen woorden, een ‘ontaarde moeder’.
Geheime identiteit
Maggie Gyllenhaals contact met auteur Elena Ferrante verliep uitsluitend per brief, want Elena Ferrante is een pseudoniem en wie daarachter schuilgaat (of schuilgaan) is nog steeds een goed bewaard geheim. In de loop der jaren – Ferrante publiceerde haar eerste boek in 1992 – passeerden veel theorieën de revue. De laatste dateert alweer van 2017 en ligt daarom misschien dicht bij de waarheid. Ferrante zou vertaler Anita Raja zijn, of haar echtgenoot Domenico Starnone, of een combinatie van die twee. Ferrante zelf houdt zoals altijd de lippen stijf op elkaar, zodat het gissen blijft. Voor Gyllenhaal maakt dat allemaal niets uit: ze liet weten er niet aan te twijfelen dat Elena Ferrante een wijze zeventigjarige vrouw is.
Woelig water
Drie weken lang is Maggie Gyllenhaal bezig met de brief waarin ze Ferrante vraagt om de filmrechten van De verborgen dochter. Het zou de eerste niet-Italiaanse bewerking worden van een boek van Ferrante en Gyllenhaal wil duidelijk maken dat zij de juiste persoon is om die stap te zetten. De auteur reageert positief, maar stelt wel één voorwaarde: de rechten vervallen zodra Gyllenhaal het project uit handen geeft aan een andere regisseur.
In een van de columns die Ferrante in 2018 voor de Britse krant The Guardian schreef, legt ze uit waarom: ‘Ik ben op een bepaalde manier verbonden met dat boek [De verborgen dochter, red.]. Ik weet dat ik me toen zonder reddingsvest in woelig water heb begeven. En een deel van mij wil dat Gyllenhaal mijn verhaal in beelden vangt die trouw zijn aan wat ik schreef, dat ze zich nooit buiten de lijnen begeeft die ik toen getrokken heb. Maar mijn betere ik weet dat er iets veel belangrijkers speelt dan het instinct om mijn eigen bedenksels te beschermen. Een andere vrouw heeft in die tekst inspiratie gevonden om haar eigen creatieve kwaliteiten te onderzoeken. Gyllenhaal heeft besloten om niet mijn, maar haar eigen ervaringen in de wereld vorm te geven. En daarvoor heeft ze De verborgen dochter gekozen. Het is belangrijk voor mij – voor haar, voor alle vrouwen – dat de film van haar is en dat hij goed wordt.’
Trefzeker
Hiermee hielp ze Gyllenhaal in het zadel, maar tegelijkertijd zadelde ze haar ook op met een vrijwel onmogelijke opdracht. Want maak maar eens een film die recht doet aan het boek waarop hij gebaseerd is, toch een persoonlijk stempel draagt en zó goed is dat hij relevant is voor alle (!) vrouwen.
Maar verdomd, het is Maggie Gyllenhaal gelukt. Haar regiedebuut The Lost Daughter is een fantastische film geworden. Gyllenhaal – die zelf het scenario schreef – veranderde de locatie, gaf sommige personages uit het boek meer ruimte en koos voor een ander einde.
Door de vele close-ups en het bijna vierkante, en daarmee benauwende, kader bleef Gyllenhaal extra dicht bij haar personages, die dan ook levensecht aandoen. Wat nog eens versterkt wordt door de vlekkeloze casting.
Leda Caruso wordt gespeeld door maar liefst twee topactrices. Olivia Colman (The Favourite, The Father) is de 48-jarige versie en Jessie Buckley (I’m Thinking of Ending Things) is de twintig jaar jongere Leda, die we in flashbacks zien worstelen met het moederschap. Dakota Johnson (Fifty Shades of Grey) is Nina, en alle drie zijn ze beter dan ooit. Met dank aan de mooie, gelaagde personages uit Ferrantes boek natuurlijk, maar vooral aan de indrukwekkende en trefzekere regie van Gyllenhaal.