Je leest dit artikel uit de VPRO Gids gratis op VPRO Cinema. Wil je meer lezen over oa documentaires, podcasts en boeken? Neem dan een digitaal abonnement.
In 2016 was de Duitse tragikomedie Toni Erdmann een hit. De premisse van de film leent zich voor veel schijtlolligheid, maar de melancholie overheerst.
cadeautje
Vijf prijzen bij de European Film Awards, een sensatie op het filmfestival van Cannes, én een Oscarnominatie voor beste niet-Engelstalige film. Toni Erdmann draaide nog nauwelijks in de filmzalen, of de BBC nam de film al op in de lijst met beste films van de 21ste eeuw. Maar wie begin 2016 had voorspeld dat Toni Erdmann een moderne klassieker zou worden, was vermoedelijk voor gek verklaard. Ga maar na: een absurdistische plot, Duitse humor (niet bepaald het voornaamste exportproduct van onze oosterburen) en een speelduur van maar liefst 162 minuten.
Ook de premisse van de film verraadt geen toekomstige klassiekerstatus. Muziekdocent Winfried (Peter Simonischek) – een zestiger met een voorliefde voor de betere practical joke – heeft een moeizame relatie met zijn dochter Ines (Sandra Hüller). Hij lijkt een ietwat verlopen hippie; zij is een bloedserieuze workaholic, werkzaam voor een multinational in Boekarest. Een privéleven heeft Ines amper, en dus besluit Winfried haar op te zoeken in Roemenië om haar op te vrolijken. Erg veel succes boekt hij niet, en dus kiest de grappenmaker pur sang een alternatieve route. Hij besluit zich voor te doen als ‘Toni Erdmann’, een ‘life coach’ met zwarte pruik en bespottelijk nepgebit.
Dat uitgangspunt lijkt voer voor schijtlolligheid, maar het is uiteindelijk de melancholie die overheerst. De film is in wezen vooral een grappig én bijtend portret van een vrouw die vergeet te leven, en een vader die zijn dochter niet langer kan bereiken. Vroeger kon Ines vrolijk lachen om de gebbetjes van Winfried; tegenwoordig is hij vooral een obstakel dat afleidt van het werk.
Vijf jaar na verschijning valt nog altijd op hoe diep menselijk én hilarisch Toni Erdmann is. Dat komt het best naar voren in de iconische ‘naaktscène’. Richting het einde van de film organiseert de moegestreden Ines een brunch voor haar collega’s. Ze krijgt haar jurk niet aan, en besluit vervolgens maar om álle kleren te laten voor wat ze zijn. Vervolgens instrueert ze haar gasten – waaronder haar baas – hetzelfde te doen. Wat volgt, is een heerlijke aaneenschakeling van schurend ongemak, zonder daarbij op de makkelijke lach te spelen. Maar belangrijker: ijskonijn Ines lijkt eindelijk de schroom van zich af te gooien. De frustratie over de grappen van haar vader is groot, maar hij heeft in ieder geval weer wat (absurde) emotie losgemaakt in zijn dochter.
Als regisseur Maren Ade ons in 2016 iets leerde met Toni Erdmann, is het wel dat tragiek en humor moeiteloos hand in hand gaan. Zelf regisseerde Ade sindsdien helaas geen film meer, aangezien de regisseur doorgaans jaren de tijd neemt voor haar projecten. Haar succesnummer leek ondertussen een Amerikaanse remake te krijgen met Kristen Wiig en een uit zijn pensioen teruggeroepen Jack Nicholson, maar die plannen liggen sinds 2018 stil. Misschien maar beter ook: Toni Erdmann is inmiddels met recht een moderne klassieker, en die klassieker heeft helemaal geen verengelsing nodig om in ons hart te blijven.