‘Ze hadden er de schurft aan. En ze bleven maar scheldwoorden naar het scherm slingeren, heel de vijfenveertig resterende minuten van de film lang. Voor het eerst van mijn leven hoorde ik de uitdrukking suck my dick! toen een van mijn medetoeschouwers die naar een personage op het doek slingerde. Aangezien ik zoiets nog nooit had meegemaakt, wist ik niet hoe ik moest reageren. Maar hun beledigingen richting personages werden steeds vuiler en elke minuut dat het verhaal zich verder ontrolde, leek het publiek een dieper niveau van minachting te bereiken en werden hun beledigingen grappiger. Tot ik begon te giechelen. En algauw zat ik onbeheerst te giechelen. Ik weet zeker dat mijn reactie en het ongeremde gegiechel van mijn pieperige negenjarige stemmetje de footballspeler evenzeer geamuseerd moeten hebben als het publiek mij amuseerde.’
Dan begint eindelijk de film waarvoor ze gekomen waren, Black Gunn. ‘Voor een extreem opgewonden publiek van zo’n achthonderdvijftig zwarte mensen, van wie achthonderd mannen. Om eerlijk te zijn was ik daarna nooit meer dezelfde. In zekere zin heb ik daarna mijn hele leven besteed aan het naar films kijken en films maken, in een poging die ervaring opnieuw te creëren: op een zaterdagavond in een zwarte bios in 1972 naar een spiksplinternieuwe Jim Brown-film kijken.’ (...) ‘Toen Jim Brown achter zijn bureau plaatsnam, Bruce Glover (Crispins vader) met zijn witte gangsterhandlangers hem bedreigden en Gunn met een klap op een knop onder het bureau een geweer met afgezaagde loop in zijn schoot liet vallen... juichte het gigantische theater vol zwarte mannen op een manier die mijn negenjarige ik nog nooit had meegemaakt. Destijds – samenwonend met een alleenstaande moeder – was het waarschijnlijk de meest mannelijke ervaring waar ik ooit deel van uitgemaakt had.’
In het heerlijke boek Filmspeculatie blikt Tarantino terug op een hele reeks films die in zijn jeugd diepe indruk op hem hebben gemaakt. Aangezien Tarantino in 1963 geboren is, zijn dat vooral films uit de jaren zeventig – toevallig een van de beste periodes uit de filmgeschiedenis – en begin jaren tachtig.
In een dozijn persoonlijke en zeer leesbare filmessays komen klassiekers als Dirty Harry, Deliverance en Taxi Driver voorbij. Waarin Tarantino niet schuwt zijn eigenzinnige en soms politiek minder correcte kijk op die klassiekers te geven. Zo vraagt hij zich bijvoorbeeld af wat er gebeurd was als niet Martin Scorsese, maar Brian De Palma – zoals ooit de bedoeling was – Taxi Driver had gemaakt. Spoiler: dat was een héél andere film geworden.
Speculaties als deze laten je anders kijken naar bekende meesterwerken. Maar ook veel minder bekende werkjes komen bij Tarantino aan bod. Regelmatig plaatst hij klassiekers in de context van de films die toen verschenen en komen ook obscuurdere titels aan de orde.
Wie kent bijvoorbeeld films als Joe, The Outfit, Rolling Thunder, Paradise Alley of The Funhouse?
In Filmspeculatie komen ze allemaal voorbij. En nog veel meer. Tarantino is de filmversie van de ‘omgevallen boekenkast’. Wie maar weinig weet van de films uit de roemruchte jaren zeventig zal het ongetwijfeld gaan duizelen. Tarantino’s advies: ‘Als je dit boek over film leest, hopelijk om iets op te steken, en je hoofd tolt van al die namen die je niet kent: gefeliciteerd, je bent iets aan het leren.’