‘It takes a village to raise a child.’ Het zinnetje is nog maar amper een paar seconden te zien in de begintitels van tragikomedie Scrapper, als het alweer doorgestreept wordt met een gele lijn en eronder in kinderhandschrift op beeld verschijnt: ‘I can raise myself thanks.’
Het moge duidelijk zijn, Georgie (nieuwkomer Lola Campbell) heeft niemand nodig om voor haar te zorgen. Ook al staat de twaalfjarige er sinds de dood van haar moeder alleen voor – haar vader heeft ze nooit gekend – kiest ze er toch voor om haar eigen boontjes te doppen.
Ze stofzuigt het appartement grondig, zoals mama dat ook deed, steelt en verkoopt fietsen met beste vriend Ali (Alin Uzun) om in haar onderhoud te voorzien en houdt zorgvuldig de leugen vol dat ze samenwoont met haar oom, om pottenkijkers buiten de deur te houden. Wanneer bijvoorbeeld school of jeugdzorg belt, speelt ze opgenomen spraakberichtjes af waarin een lokale winkelbediende zich voordoet als haar voogd.
Maar dan staat plotseling haar dertigjarige vader Jason op de stoep (gespeeld door de veelzijdige acteur Harris Dickinson, bekend van Gouden Palm-winnaar Triangle of Sadness), die na jaren te hebben gewerkt als kaartverkoper en promotor van een club op Ibiza, terugkeert naar de Londense achterbuurt waar hij als tiener Georgies moeder zwanger achterliet. Zijn komst zet het verhaal in gang in Scrapper, dat weliswaar zware thema’s als rouw, ouderschap en armoede behandelt, maar eigenlijk nooit heel droevig wordt.