Op de avond van 25 juli 1965 stapte Bob Dylan het podium op van het Newport Folk Festival en barstte los met ‘Maggie’s Farm’. Hij was, voor hem ongewoon, niet alleen. Achter hem stond The Paul Butterfield Blues Band, een stel jonge muzikanten uit Chicago, onder wie leadgitarist Mike Bloomfield. Hun sound was hard, agressief en elektrisch versterkt. Ook Dylan had zijn akoestische gitaar vervangen door een Fender Stratocaster.
De impact loog er niet om. Het publiek ging massaal joelen en fluiten, zodat Dylan na nog twee nummers alweer afdroop. En achter het podium kon een woedende Pete Seeger, de godfather van de Amerikaanse folkmuziek, wild om zich heen zwaaiend met een bijl nog net worden weerhouden van het doorhakken van de elektriciteitskabels die dat gitaargeweld mogelijk maakten.
Dit is de extreme versie van een verhaal dat later eindeloos opnieuw is verteld, in steeds andere variaties. De details van wat er toen werkelijk is gebeurd, zullen nooit allemaal helder worden. Wat wél bekend is, is in 2015 definitief opgetekend door muziekhistoricus Elijah Wald in het boek Dylan Goes Electric!, met als ondertitel ‘Newport, Seeger, Dylan, and the Night That Split the Sixties’.
Dat boek is de basis voor de speelfilm A Complete Unknown – sinds 20 februari te zien in de bioscoop – van regisseur James Mangold. De hoofdrol is voor Timothée Chalamet, die Bob Dylan speelt in de periode vanaf januari 1961, toen hij als negentienjarige naar Greenwich Village in New York kwam, tot aan dat Newport Folk Festival vier jaar later.