De film in tien woorden
Mysterieuze gebeurtenissen teisteren een dorpje aan de vooravond van WO1.
Gekozen door
Zomergast Roxane van Iperen is schrijver en jurist. Haar boek ’t Hooge Nest won in 2019 de Opzij Literatuurprijs en werd genomineerd voor de NS Publieksprijs in 2020. Dit jaar schreef Van Iperen het Boekenweekessay, genaamd De genocidefax. De uitzending is op 25 juli vanaf 20.20uur op NPO 2.
Lees meer over de schrijver en haar Zomergastenavond op vprogids.nl.
Setverhalen
Een van de sterkste aspecten van Das weisse Band is de realistische verbeelding van een tijdperk. Een Noord-Duits dorpje in de maanden voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog komt zo overtuigend in beeld, dat het soms net lijkt of de film daadwerkelijk toen gedraaid is.
Met een maker als Michael Haneke aan het roer is dat niet gek. De Oostenrijkse regisseur staat bekend om zijn precisie. Hij laat niets over aan toeval, houdt niet van improvisatie en begint lang voor de filmopnames met uitgebreide voorbereidingen. Zo liet hij voor de rollen van de verschillende kinderen in de film maar liefst 7000 kinderen auditie doen. “Bij kinderen is het net als bij de loterij”, vertelt Haneke in een interview. “Het is alles of niets. Heeft het kind geen talent, dan lukt niets. Is het wel talentvol, dan krijg je een pure vorm van perfectie die je zelden ziet bij volwassenen. Daarom begonnen we extreem vroeg met zoeken, zodat ik niet door tijdsdruk zomaar iemand moest kiezen.”
Nauwkeurig zijn is zijn hoogste principe, aldus Haneke. Hij let dan ook graag op de kleinste details: hoofdrolspeler Christian Friedel moest bijvoorbeeld de kleding van zijn personage dragen, lang voordat de opnames zouden starten. Dan zou de kleding er minder nieuw en meer gekreukt uitzien in de film. En ook de figuranten werden nauwkeurig uitgezocht: Haneke liet er zo’n honderd overkomen vanuit Roemenië, omdat hij nergens anders mensen met ‘door weer en wind doorleefde boerengezichten’ kon vinden.