Het vierde seizoen van de verslavende Netflix-serie Narcos speelt zich af in Mexico. In de jaren tachtig werd daar de kiem gelegd voor de drugsoorlog die hier nog altijd woedt.

Het was nooit de vraag óf Netflix-serie Narcos ooit naar Mexico zou gaan, maar wanneer. ‘We hebben de serie met opzet Narcos genoemd, in plaats van Pablo Escobar of Medellin,’ zei producent Eric Newman al in 2016 tijdens een persevenement in Los Angeles. Hij doelde op de talloze verhalen die – naast dat van Escobar – verteld kunnen worden over de al decennialang woedende wereldwijde drugsoorlog. Newman deed de uitspraak niet lang na de release van het eerste, enthousiast ontvangen seizoen van de Netflix-serie over de opkomst van de Colombiaanse drugsbaron en de Amerikaanse DEA-agenten die hem probeerden te stoppen.

Uiteindelijk bleken Escobar en zijn opvolgers goed voor drie steeds sterker wordende seizoenen van Narcos. Maar met de vierde reeks, officiële titel: Narcos: Mexico, is het tijd voor een nieuw hoofdstuk. Een iets minder bekend, maar daarom niet minder belangrijk hoofdstuk. Want drugsbaron Miguel Ángel Félix Gallardo heeft misschien niet direct de naamsbekendheid van Pablo Escobar – de man hield dan ook geen nijlpaarden als huisdier – maar zijn invloed op de drugshandel was niet minder groot. Hij wordt gezien als de grondlegger van de moderne Mexicaanse drugshandel.

Narcos: Mexico begint bij het begin, in de jaren zeventig. Op dat moment bestaat de Mexicaanse drugshandel nog voornamelijk uit ongeorganiseerde, versnipperde wietteelt en -handel. De overheid ‘bestrijdt’ dit door met enige regelmaat velden te verbranden, al doet men dit voornamelijk wanneer de wietboeren hun vrijwillige bijdragen niet op tijd hebben betaald. De vele drugsbaronnen staan veelal op voet van oorlog met elkaar.

In deze chaos ziet Félix Gallardo (Diego Luna), op dat moment een redelijke nobody, al is hij een stuk slimmer dan de baas die hij dient, een mogelijkheid om de versnipperde drugshandel te verenigen. Hij ambieert een soort ‘OPEC van wiet’ zoals hij het zelf omschrijft. Er is wat weerstand, maar binnen twee afleveringen neemt Félix Gallardo de boel over. Weer een aflevering later wordt hij El Padrino (the godfather) gedoopt.

Historische correctheid

Op – min of meer – hetzelfde moment dat Félix Gallardo naar Guadalajara reist om zijn toekomstige drugsimperium op te zetten, wordt DEA-agent Kiki Camarena (Michael Peña) met zijn gezin van Californië naar dezelfde Mexicaanse stad overgeplaatst om de drugshandel te bestrijden. In een bijna vrolijke, zonnige montage, die uit een andere serie lijkt te komen, zie je de twee aan hun nieuwe toekomst beginnen. Het is een mooi contrast met de manier waarop de mannen uiteindelijk elkaars noodlot zullen bezegelen.

Ook Camarena is, net als Félix Gallardo, gewiekster dan zijn meerderen, gedreven en niet van plan te doen wat de hoge Amerikaanse bazen of de corrupte lokale overheid hem opdragen. Zijn koppigheid en weigering om zich zomaar neer te leggen bij de tot dan gebruikelijke manier waarop een Amerikaanse DEA-agent zicht in Guadalajara behoort te gedragen, geeft zijn vastgeroeste collega’s een broodnodige boost. En terwijl Félix Gallardo zijn koninkrijk gestaag opzet, bouwt Camarena samen met hen aan een geoliede DEA-unit die diezelfde drugshandel probeert te stoppen. 

Net als de eerdere Narcos-seizoenen is Narcos: Mexico gebaseerd op de werkelijkheid en hier en daar wat getweakt voor dramatisch effect, zoals de disclaimer vóór elke aflevering braaf meldt. Een van de opvallendste aanpassingen is het moment in aflevering twee waarop de toekomstige drugsbaas El Chapo wordt geïntroduceerd. Als Félix Gallardo een geweerloop tegen zijn hoofd zet en hem naar zijn naam vraagt, antwoordt hij: ‘Joaquín.’ Waarop Gallardo zegt: ‘We hebben al een paar Joaquíns, hoe word je nog meer genoemd?’ ‘Chapo,’ luidt het antwoord.

Nu was Joaquín Guzmán, zoals El Chapo eigenlijk heet, inderdaad werkzaam voor Félix Gallardo (als chauffeur). Maar de ontmoeting was in werkelijkheid iets minder dramatisch dan Narcos: Mexico ons doet geloven. Toch kun je de makers deze opgesmukte weergave van de werkelijkheid onmogelijk kwalijk nemen. Het moment waarop hij ‘Chapo’ zegt, is het moment waarop je je als kijker voor het eerst een beetje opwinding voelt.

Actualiteit

Narcos: Mexico mist voor de niet in de Mexicaanse drugsgeschiedenis ingevoerde kijker, zeker de eerste paar afleveringen, net wat urgentie. Urgentie die het eerste seizoen van Narcos dankzij Pablo Escobar, een van ’s werelds beroemdste en beruchtste criminelen, automatisch wel had. Het moment dat hij in beeld kwam, wist je wat er op het spel stond. Iets wat bij Felíx Gallardo, ondanks een zeer memorabele eerste scène, niet het geval is. Daar komt bij dat de serieuze, gespannen kingpin die acteur Diego Luna neerzet schril afsteekt bij de uiterst charismatische Escobar van acteur Wagner Moura – wat overigens niet wegneemt dat zijn spel even sterk is.

Wat Narcos: Mexico dan weer wel heeft, is ruimte om beide (mannelijke) hoofdpersonen – Félix Gallardo en Camarena – met zorg voor het voetlicht te brengen. Een gelaagdheid die het uiteindelijke kat-en-muisspel tussen de twee weer interessanter maakt. Daarnaast lijkt de actualiteit het vierde seizoen een duwtje in de rug te geven. Een wrange constatering, maar een maand voordat Narcos: Mexico op Netflix zou verschijnen, stuurde president Trump namelijk zo’n 4000 Amerikaanse soldaten naar de Mexicaans-Amerikaanse grens om ‘de karavaan aan migranten’ – een grote groep Midden-Amerikaanse vluchtelingen, vaak op de vlucht voor drugsgerelateerd geweld in eigen land – tegen te houden.

Tegelijkertijd begon in Brooklyn ook nog eens het megaproces tegen drugsbaron El Chapo. ‘Dit is een verhaal zonder happy ending. Er is überhaupt geen einde,’ waarschuwt de welbekende voice-over dan ook aan het begin van het seizoen. Er is een oorlog gaande, vervolgt hij. Een oorlog waar we liever niet naar kijken, maar die de afgelopen dertig jaar al een half miljoen Mexicanen het leven kostte. ‘En het is nog niet voorbij.’

Meer over Narcos