De nieuwe Mexicaan op tv en in de film is een narco. Sinds de begindagen van Hollywood en de cowboyfilm was de Mexicaan op het witte doek steevast de schurk. Verschil is dat de beeldvorming destijds was gericht op de Verenigde Staten en nu op de Mexicanen zelf. De Mexicaanse televisie doet hard mee aan het etiket dat Trump ‘de Mexicaan’ heeft opgeplakt: dat van de ‘bad hombre’.
Mexico telt sinds enkele maanden drie tv-bedrijven die op de ‘open’ tv (dus niet de kabel) met elkaar concurreren. En het gaat slecht met ze, vooral met het oppermachtige Televisa, het grootste televisiebedrijf van Latijns Amerika en de uitvinder van de telenovela die de halve wereld veroverde. De kijkcijfers en de winst zijn dramatisch ingestort. Nu moet Televisa zelfs scoren met soaps die door anderen zijn gemaakt, zoals La reina del sur (De koningin van het zuiden). Die serie, gebaseerd op de bestseller van de Spaanse schrijver Arturo Pérez-Reverte, is een coproductie van het Amerikaanse Telemundo en Colombia.
Alle drie tv-bedrijven hebben vandaag de dag op prime time hun narcoseries, oftewel apologie van de drugscriminelen, in de visie van de tegenstanders. Vanaf negen uur ’s avonds, het tijdstip waarop de televisie volgens de federale omroepwet plus de extra ‘aanbeveling’ van het ministerie van Binnenlandse Zaken bedoeld is voor de familia: kijkgenot voor het hele gezin. Met name de jongeren dienen aldus gespaard te blijven voor de gewelddadigheden en de ophemeling van criminelen. Zulke inhoud mag officieel pas na middernacht worden uitgezonden. President Felipe Calderón, die in 2006 de drugsoorlog begon en het leger de straat op stuurde, had de bazen van de tv ontboden om er bij hen op aan te dringen de richtlijnen na te leven en pas na middernacht narcoseries te vertonen omdat ‘de cultuur van het criminele geweld’ tot nog meer geweld in de toekomst zou leiden.