Je leest dit artikel uit de VPRO Gids gratis op VPRO Cinema. Wil je meer lezen over oa documentaires, podcasts en boeken? Neem dan een digitaal abonnement.
Comedyserie Kevin Can F**k Himself speelt voortdurend met de clichés van het genre. Goed nieuws voor de sitcomechtgenote, een rol die jarenlang bestond uit het incasseren van seksistische grappen.
cadeautje
Op het eerste gezicht lijkt Kevin Can F**k Himself een klassieke Amerikaanse sitcom. Kevin McRoberts (Eric Petersen) en zijn vrouw Allison (Annie Murphy uit Schitt’s Creek) zijn tien jaar getrouwd. Ze wonen in een bescheiden huis in een doorsnee Amerikaanse buitenwijk, de woonkamer is warm verlicht en de bloemetjesbank staat pontificaal in het midden. Alles ademt de sfeer van een klassieke Amerikaanse sitcom: de kleine woonkamer suggereert een arbeiderswoning, terwijl er buiten beeld ruimte genoeg is voor publiek en de rijdende camera’s die de show opnemen.
Ook Kevin is een echtgenoot die we eerder zijn tegengekomen in televisieseries: onattent, kinderachtig en zelfingenomen. Een volwassen man die zich ‘een jongen van 35’ noemt. Iemand bij wie je je afvraagt hoe hij zo’n intelligente, knappe vrouw aan de haak heeft kunnen slaan – een vrouw die ondanks al zijn streken toch bij hem blijft.
In de eerste aflevering ontmoeten we Kevin en zijn dommige buurman Neil (Alex Bonifer), die overdag in de woonkamer bierpong spelen – een populair drinkspelletje onder Amerikaanse studenten –, terwijl Neils zus Patty (Mary Hollis Inboden) en Kevins vader Pete (Brian Howe) toekijken. De lachband reageert trouw op Kevins flauwe grappen. Als Allison de kamer binnenkomt met een wasmand krijgt ze een pingpongbal in haar gezicht. Ze wordt ‘mom’ genoemd – niet omdat ze moeder is, maar omdat ze de boel hoogstwaarschijnlijk komt verpesten.
Er volgen nog wat vrouwonvriendelijke grappen die Allison gelaten over zich heen laat komen. Als ze daarna alleen de keuken in loopt stopt de lachband abrupt. Het warme licht maakt plaats voor grauwheid en deze ruimte blijkt een plafond en een vierde muur te hebben. De enige overgebleven camera is gericht op Allison, die uitgeput en doodongelukkig oogt. Terwijl haar oren piepen, breekt ze uit frustratie een bierglas op de rand van het aanrecht. Plotseling is Kevin Can F**k Himself een serie die meer wegheeft van Breaking Bad of Barry dan van een sitcom.
Sitcomechtgenote
Kevin Can F**k Himself, dat gedurende de acht afleveringen schakelt tussen Kevins sitcomwereld en Allisons meer realistische omgeving, speelt met de sitcomclichés waarmee tv-kijkers decennialang zijn opgegroeid. Zo laat de serie zien hoe seksistisch het genre vaak is. Bedenker en schrijver Valerie Armstrong kwam op het idee voor de show toen ze een podcast beluisterde waarin enkele vrouwelijke comedians vertelden hoe ze keer op keer auditie deden voor dezelfde rol: die van de sitcom wife, een vrouw die hoofdzakelijk fungeert als mikpunt van de grapjes die haar echtgenoot maakt.
Dat dit soort rollen nog steeds werd geschreven, irriteerde Armstrong. Evenals het feit dat uiterst grappige actrices daar auditie voor moesten doen. ‘Ik dacht: maar waar is háár serie? Ik wil die vrouw volgen. Ze moet zo pissig zijn,’ vertelde ze mediawebsite Business Insider. Ze zag een serie voor zich waarin de camera de sitcomechtgenote volgt. ‘Dan blijkt dat ze ongelukkig is, dat het huis helemaal niet licht en vrolijk is, maar vochtig, donker en klein. En ik zag altijd voor me hoe ze dan in de camera zou kijken en zou zeggen: “I fucking hate my husband.”’
Dat de titel van de show opvallend veel lijkt op die van sitcom Kevin Can Wait – met Kevin James in de hoofdrol – is geen toeval. Die serie veroorzaakte in 2017 nogal wat ophef toen de makers besloten de echtgenote na één seizoen te laten overlijden. Het officiële verhaal is dat de schrijvers geen goede verhaalideeën meer hadden en daarom besloten de hoofdpersoon weduwnaar te maken. Dat in het volgende seizoen Leah Remini aan de cast werd toegevoegd, de actrice met wie James in de jaren negentig de succesvolle sitcom King of Queens maakte, toont aan hoe inwisselbaar de sitcomechtgenote eigenlijk is.
‘Fatty-gets-a-family’
De sitcomechtgenote beleefde haar hoogtijdagen rond de eeuwwisseling, in series als King of Queens, According to Jim, Home Improvement, Everybody Loves Raymond en Still Standing. Meestal is het een vrouw die naast haar eigen baan het huishouden draaiende houdt, terwijl haar man – een onvolwassen blok aan haar been van wie ze desondanks houdt – voor problemen zorgt. Er is nog een cliché dat regelmatig opduikt in dit soort series: in tegenstelling tot de man is de vrouw slank en knap. Toen in 2004 Still Standing, met de Britse theateracteur Mark Addy in de hoofdrol uitkwam, noemde Gillian Flynn (schrijver van Gone Girl, destijds tv-criticus) dit in Entertainment Weekly oneerbiedig de zoveelste serie die de ‘Fatty-gets-a-family’-formule hanteerde – iets wat het tv-publiek normaal leek te vinden. In tegenstelling tot die keer dat Lena Dunhams personage in Girls het aanlegde met een man, gespeeld door Patrick Wilson, wat online tot een stroom van kritiek – ‘onrealistisch’ – leidde.
De afgelopen twee decennia verdween de sitcomechtgenote langzaam wat naar de achtergrond. Wel worstelden veel Amerikaanse sitcoms op andere manieren met vrouwelijke personages. Zo hebben ze in The Big Bang Theory, How I Met Your Mother, Two and a Half Men en Modern Family opvallend vaak een minder goede carrière dan hun mannelijke tegenhangers. En als ze wel succesvol zijn, zoals neurowetenschapper Amy (Mayim Bialik) in The Big Bang Theory, zijn ze meestal aantrekkelijk op een onconventionele manier – niet zoals de blonde, knappe overbuurvrouw die serveerster is.
Wie de betere Amerikaanse comedyseries van dit moment – onder meer Ted Lasso, Mythic Quest en Hacks – bekijkt, moet concluderen dat het genre inmiddels heel wat vrouwvriendelijker is. De kinderachtige man lijkt een relikwie uit het verleden geworden te zijn. Toch bracht Netflix begin dit jaar gewoon een nieuwe Kevin James-sitcom (The Crew) uit ‘vol luie seksistische clichés’, aldus vakblad Variety. Het is dus niet zo verwonderlijk dat Kevin Can F**k Himself vanwege de kritiek daarop warm werd onthaald in Amerika. De sitcomechtgenote behoort voorgoed tot het televisieverleden. En Kevin kan met zichzelf gaan spelen.