Je leest dit artikel uit de VPRO Gids gratis op VPRO Cinema. Wil je meer lezen over oa documentaires, podcasts en boeken? Neem dan een digitaal abonnement.
In de strijd om oude televisieseries legde Netflix honderden miljoenen neer voor de rechten van Seinfeld. Alle 180 afleveringen zijn er nu te zien. Een cultuurbepalende show, met een diep ironische kwinkslag.
cadeautje
Californië, 2015. Jerry Seinfeld belt aan bij een wit, in Spaanse stijl gebouwd huis. Julia Louis-Dreyfus opent de voordeur, kijkt de grijs geworden stand-upgrootheid in de ogen, en barst nog voor ze een woord met hem wisselt in lachen uit. De aflevering met Julia is een van de meest memorabele uit de serie Comedians in Cars Getting Coffee (te zien op Netflix), waarin Jerry Seinfeld alweer elf seizoenen doet wat de titel belooft: met een collega uit het vak een ritje maken in een klassieke auto, en een kop koffie drinken.
Natuurlijk zijn de gesponsorde auto’s niet zomaar auto’s, maar vintage Rolls-Royces en Aston Martins, zorgvuldig uitgekozen op het karakter van de betreffende gast. En de gasten al helemaal niet zomaar grappige acteurs: grootheden als Eddie Murphy, Tina Fey, Ricky Gervais, Jim Carrey en Jon Stewart stappen in bij Jerry en kletsen al rijdend en drinkend over alles wat het komedievak zo bijzonder maakt. Dat Jerry’s hereniging met oud Seinfeld-collega Louis-Dreyfus van het scherm spat is niet zo gek. De chemie tussen de acteurs was wat de iconische serie onder meer zo geliefd maakte. Toen, maar ook nu, meer dan twintig jaar later.
Miljoenendeal
Streamen is het nieuwe televisiekijken. Maar de keiharde strijd tussen streamingdiensten als Hulu, Amazon Prime en Netflix draait voor een groot deel nog om de rechten van oude tv-series. Friends, The Office, The Big Bang Theory, Two and a Half Men: er wordt diep in de buidel getast voor series waarvan de herhalingen nog goeddeels op tv te zien zijn. Maar jongeren kijken steeds minder lineair, weten ook de streamingdiensten. Het lijkt een logische stap om een kassucces uit vervlogen tijden bij een nieuw publiek onder de aandacht te brengen, en tegelijk oude fans te bedienen van de nineties-nostalgie waarin ze zich toch al jaren wentelen. Daarom sloot Netflix vorig jaar een miljoenendeal om Seinfeld te mogen streamen. Maar hoe leuk is het herkijken van een sitcom die tussen 1989 en 1998 werd uitgezonden, terwijl er een constante stroom aan nieuwe, modernere series voorhanden is? Is de dynamiek tussen een Joodse New Yorker, een charismatische comediènne en hun twee andere vrienden genoeg voor 180 afleveringen kijkplezier?
Universele problemen
Wat volgens kenners en liefhebbers zo legendarisch is aan Seinfeld, is niet alleen het spel van de vier acteurs die negen seizoenen in de huid kropen van de veelal egoïstische, geprivilegieerde vriendengroep. Daarvoor is de serie te cultuurbepalend geweest, en te baanbrekend. Anders dan de vaak mierzoete Amerikaanse sitcoms van de decennia ervoor, bood Seinfeld geen diepere moraal, mondden verhaallijnen niet uit in een wijze les of innige omhelzing, en werd elke kans op een oprecht menselijk moment op hilarische wijze in de kiem gesmoord.
Om verlossing ging het de bedenkers van de serie, Larry David en Jerry Seinfeld, niet. Wel om het fictieve New Yorkse leven van comedian Jerry, zijn excentrieke buurman Kramer, ex-vriendin Elaine Benes en neurotische beste vriend George Costanza en hun alledaagse grillen. Waarbij elke aflevering zichzelf presenteert als een column, en de kleinste, onbelangrijkste zaken in het leven worden opgetild en uitgepakt tot het allergrappigste erover gezegd is. Van wachten op een tafeltje in een Chinees restaurant en een weddenschap om wie zichzelf het langst van masturbatie onthoudt, tot het saboteren van elkaars, maar vooral het eigen liefdesleven. Voor een groot deel herkenbare, universele problemen, die met ijzersterk gevoel voor timing en scherpe dialogen compleet worden uitgekamd tot redelijk specifiek voor witte yuppen geldende first world problems, waar je ook na twintig jaar nog hard om kan lachen.
Ironische meta-humor
De metahumor van Seinfeld betekende begin jaren negentig een culturele verschuiving binnen het tv-domein. Ironie werd een beproefd stijlmiddel. Hoe minder alles je kon schelen, hoe grappiger. Dat die ironie ook kon doorschieten naar cynisme en nihilisme, bewezen series als Family Guy en South Park. Liever een show over niets, zoals Seinfeld werd bestempeld, dan het bieden van een oplossing, of een oprecht moment tussen personages. Dat recente komedieseries zowel uit de ironische als uit de good old moralistische traditie tappen en en passant hun cast diverser maakten – neem Brooklyn Nine-Nine of The Good Place – was evolutionair gezien onvermijdelijk. In dat opzicht is kijken naar Seinfeld niet alleen een ontspannen aangelegenheid waar je anno 2021 best iets van kunt vinden (te weinig divers, te bevoorrecht), maar mag de serie evengoed worden erkend als belangrijk ijkpunt in de geschiedenis van de Amerikaanse sitcom.
Er zit één moment in de Julia-aflevering van Comedians in Cars Getting Coffee waarop Jerry Seinfeld de humor-boven-alles-regel waarop zijn lucratieve carrière is gebouwd, laat vallen. In een onbewaakt ogenblik, na de zoveelste koffie, pratend over iets onbenulligs als online winkelen, kijkt hij naar Julia en zegt hij: ‘Door jou mis ik de serie. Wat hebben we veel gelachen.’ Zowaar een oprechte constatering, waarvan geen enkel woord is gelogen.