Oliver Stone, Isabelle Huppert, Lars von Trier, Kôji Fukada, Steve Buscemi, twee Brendans (Gleeson en Fraser), Darren Aronofsky, Kerry Condon, Bill Nighy… En dat is maar een handvol van de filmmakers en filmsterren die ik op het (bijna) afgelopen filmfestival van Venetië heb gesproken. Alles bij elkaar deed ik een kleine dertig interviews, voor in totaal dertien films. Interviews die in de loop van het jaar in de VPRO Gids of hier op VPRO Cinema terecht zullen komen.
Als een van de allereersten een film op een festival zien is natuurlijk leuk, maar voor mij draait het toch om die interviews. Omdat ik bovenstaand rijtje namen zeer waarschijnlijk later in het jaar niet meer te spreken krijg. Want dan zijn ze bezig met volgende projecten en is ‘het persmoment’ voorbij.
Al die interviews doen kost wel veel tijd. Je moet de films eerst bekijken (The Kingdom van Von Trier duurt al ruim vijf uur), en vervolgens de interviews regelen, voorbereiden en houden. Wat in de praktijk neerkomt op ’s ochtends 1 à 2 films bekijken, ’s middags 1 à 2 interviews doen, en dan ’s avonds weer 1 à 2 films bekijken. En dat iedere dag. Totdat het festival na een dag of tien is afgelopen.
Waarom dit hele verhaal? Om duidelijk te maken dat u de titel van dit artikel met een zekere welwillendheid moet lezen. Ja, het zijn de beste films van het festival... die ik gezien heb. Want had ik geen interviews voor een film, dan sloeg ik die weleens over.
Films als Noah Baumbachs White Noise (volgens collega’s: ‘Behoorlijk goed’) of Florian Zellers The Son (‘Prima’) haalden mijn Top 5 niet, simpelweg omdat ik ze niet gezien heb. Welke haalden mijn shortlist dan wel? Je vindt ze hieronder, in alfabetische volgorde.