Documentaire 'Extra handen' volgt uitkeringsgerechtigden die zich laten omscholen tot zorgmedewerkers

‘Heb je nog iets gehoord over die andere locatie?’ vraagt Bibiche aan haar leidinggevende in de documentaire Extra handen. ‘Er wordt hard aan gewerkt,’ een antwoord waardoor de teleurstelling van Bibiches gezicht afdruipt. Ze volgt een opleiding tot zorgmedewerker, na een tijd een uitkering te hebben ontvangen. Dit nieuwe pad bevalt haar goed, maar anderhalf uur heen en anderhalf uur terug reizen naar de zorginstelling waar ze werkt, dat is te veel – ze heeft drie kinderen, waarvan er een naar de opvang moet.

Zal ze dit werk kunnen blijven doen als ze zo lang moet reizen, of zal ze een van de afvallers in de zorg zijn? Binnen twee jaar stopt namelijk de helft van nieuwe medewerkers ermee. In 2025 kan er in deze sector een tekort zijn van 450.000 mensen. Toen regisseur Joost van der Wiel dat cijfer hoorde schrok hij. ‘Hoe kan dat, vroeg ik me af. Waarom lukt het niet om mensen daar te houden?’

Hij besloot een documentaire te maken en kwam uit bij een project dat mensen met een uitkering in Rotterdam opleidt tot zorgpersoneel. Bij een diploma-uitreiking trof hij onder anderen een moeder van negen kinderen die de opleiding had afgerond. ‘Dat was hartverwarmend en fascinerend. Mensen die al zo veel te doen hebben willen dit werk gaan doen.’

Zijn respect voor degenen die dit traject volgen groeide toen hij meeliep met de groep die we in de documentaire zien, onder wie Bibiche. Haar vond hij ‘een stille kracht, altijd met een grote glimlach steady as a rock aan het werk.’

Nu zit Bibiche in haar tweede jaar en is haar wens vervuld: slechts zeven minuten hoeft ze te lopen naar haar nieuwe werkplek. Niet dat alles nu makkelijker is geworden: ‘Het werk is zwaar. Ik heb weinig vrije tijd en moet alles in mijn leven goed plannen. Maar hoe moeilijk iets ook is, ik weet dat ik moet doorzetten en dat het uiteindelijk goed gaat komen.’ En ze voelt elke dag weer voldoening: ‘Het contact met de bewoners en met mijn collega’s vind ik heel fijn. Ik weet honderd procent zeker dat ik na mijn opleiding in de zorg blijf werken.’