‘Soms, ’s nachts, als ik naar de lucht kijk,’ schrijft de vrouw van Syrische dictator Bashar al-Assad in een gedichtje aan haar man, ‘dan vraag ik me af waarom ik van je houd. Ik lach dan, omdat die lijst met redenen kilometers lang is.’ Het is een van de 2,5 miljoen gehackte e-mails en bestanden die klokkenluidersorganisatie WikiLeaks in de zomer van 2012 onder de naam de ‘Syria Files’ online zette. Terwijl de Assads schattige niemendalletjes naar elkaar stuurden, martelde en vermoordde hun regime duizenden mannen, vrouwen en kinderen.
De IJslandse hacker Sigurdur Thordarson denkt in de documentaire A Dangerous Boy vanuit de gevangenis met weemoed terug aan die dagen waarin Wikileaks wereldleiders in hun hemd zette en wereldwijd de nieuwsagenda bepaalde. Met video’s van schokkende oorlogsmisdaden in Bagdad, vertrouwelijk diplomatiek berichtenverkeer van Amerikaanse ambassades en documenten met uiterst geheime informatie over de oorlogen in Irak en Afghanistan.
Als achttienjarige wordt ‘Siggi the Hacker’, na IJslandse bankfraude te hebben onthuld, door WikiLeaks-oprichter Julian Assange onder de vleugels genomen. Hun levens verstrengelen zich onlosmakelijk met elkaar als de jonge protegé – vermoedelijk – een informant wordt van de Amerikaanse FBI. Vanaf dat moment bewandelen Assange en Thordarson een vergelijkbaar pad, zo laat A Dangerous Boy zien. Beiden zijn gevangen in realiteiten waar feit en fictie door elkaar lopen. De een vecht tegen beschuldigingen van seksueel misbruik en uitlevering aan Washington vanuit een ambassade; de ander wordt draaideurcrimineel.
A Dangerous Boy probeert te doorgronden wie Thordarson is, naast een sleutelfiguur in de ondergang van WikiLeaks, en wat hem beweegt. Is hij net als zijn verraden mentor een held, een ‘seksueel roofdier’, een slachtoffer van de omstandigheden of een gewiekste oplichter. Of alles ineen? De documentaire volgt Thordarsons jarenlange reis door het IJslandse justitiële systeem. Zonder uitzicht op een baan, legt een van zijn verdedigers uit, is criminaliteit het enige wat nog loont.
Maar hoe zit het dan met de vele jonge mannen die Thordarson beschuldigen van seksueel geweld en erger? In 2012 onthulde hij de gruwelijke gezapige kanten van de verliefde leiders van een moordzuchtig regime. Jaren later speelt Thordarson op zijn telefoon trots de video’s af waarin zijn geboeide (half)naakte ‘slachtoffers’ bespoten worden met pepperspray. Waarvoor ze betaald werden, houdt hij vol. Het zouden beelden uit een Syrische gevangenis kunnen zijn. Toch lijkt de hacker blind te zijn voor die ironie. Terwijl hij praat over liefde, laat Thordarson eenzelfde tegenstrijdige wreedheid zien als destijds de Assads. Alleen niet in een gedichtje.