Het is november 1943. De Joodse Léon en Leonie Wesly zitten ondergedoken bij de familie Schmidt in het Limburgse Voerendaal. Léon is vier, Leonie zeven. Die middag zullen ze naar een kindervoorstelling gaan over de gelaarsde kat. ‘Een kindervoorstelling in de oorlog. Onvoorstelbaar,’ zegt Leonie Wesly er jaren later over. ‘Maar het leven ging door.’ Ineens, stopt er een auto voor de deur van het huis van de familie Schmidt. Er stappen twee mannen uit met lange zwarte jassen. Leonie verstopt zich in de keuken. Ze hoort gestommel, harde stemmen en lades die open en dicht klappen. Muisstil wacht ze tot de mannen het huis weer lijken te verlaten. Dan hoort ze Léon schreeuwen.
In de documentaire Broertje is verdwaald van omroep MAX vertelt Leonie dat ze hoorde hoe haar broertje werd opgepakt. Hoe hij schreeuwde en schreeuwde: ‘Ik wil naar de Gelaarsde Kat!’ ‘Dat geschreeuw van mijn broertje, ik hoor dat nog altijd.’ Na de oorlog komen de ouders van Léon en Leonie hun kinderen ophalen. Maar van Léon ontbreekt elk spoor. In augustus 1945 brengt het stel een tweeling ter wereld: Benoit en Tova. ‘Mijn vader zei tegen iedereen: onze lieve Heer heeft een zoon van me afgenomen en heeft me twee kinderen teruggegeven,’ vertelt Leonie.
In Broertje is verdwaald, een documentaire van Bart Hölscher, vertellen Leonie, Benoit en Tova het verhaal van hun broertje Léon. Voor Leonie is dat een verhaal over de willekeur van het lot, over schuldgevoel en het verantwoordelijkheidsgevoel van een grote zus; voor Benoit en Tova over het verdriet van hun ouders, het kleine fotootje aan de muur en alles waar nooit over gesproken werd.
Als Léon nog geleefd had, was hij inmiddels 84 jaar geweest. Maar Léon werd op 8 februari 1944 vanuit Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd en daar op vierjarige leeftijd vergast. Daarom is Léon altijd ‘Broertje’ gebleven. ‘Hij loopt als een rode draad door ons leven,’ zegt Leonie. ‘Hij inspireert ons allemaal.’