Memphis was begin jaren zestig een zwaar gesegregeerde stad. Er waren gescheiden waterfonteintjes, de tegenwoordig omstreden Confederate Flag wapperde er onbekommerd op los en menig restaurant en hotellobby was verboden voor zwarte mensen. Maar er was één plek in de Amerikaanse stad waar al deze regels niet opgingen: bij platenmaatschappij Stax en de bijbehorende platenzaak van de hillbilly Jim Stewart en zijn zus Estelle Axton (de ‘St’ en ‘Ax’ uit hun achternamen vormden samen de naam).
Op de stoep voor de winkel dansten jonge mensen, wit en zwart, samen op de nieuwste muziek. En binnen, in de studio, werd door een diverse groep muzikanten muziekgeschiedenis geschreven.
In de relatief korte tijd dat Stax bestond – de opkomst, het enorme succes en de ondergang voltrokken zich in nog geen twintig jaar – was de platenmaatschappij uit Tennessee net zo belangrijk en bepalend voor de muziek die daarna kwam als het in het noorden gelegen, wereldberoemde Motown. Stax was de plek waar de Southern Soul ontstond en waar muzikanten als Otis Redding, Booker T. Jones, de Staple Singers en Isaac Hayes tot de legendes werden die ze nu zijn.
Het is dan ook meer dan terecht dat HBO over deze platenmaatschappij een diepgravende, vierdelige documentaireserie uitbrengt. In Stax: Soulsville U.S.A. kijken de belangrijkste mensen van Stax uitgebreid terug; van alle ‘talking heads’ was vrijwel iedereen daadwerkelijk aanwezig toen de gebeurtenissen waarover ze praten plaatsvonden. Daarnaast kan de serie leunen op prachtig archiefmateriaal. Zoals originele geluidsopnames van Otis Redding die in de studio werkt aan zijn The Dock of the Bay-album, of Isaac Hayes die de iconische soundtrack van de film Shaft creëert, muziek waarvoor hij – als eerste zwarte muzikant ooit – een Oscar won.
Prachtig zijn de zwart-witbeelden van de uitgelaten Stax-muzikanten die in 1967 naar Europa vliegen, waar hun muziek enorm populair is dankzij de piratenstations op zee. Een onvergetelijke ervaring voor de Amerikanen: niet alleen omdat Paul McCartney in Londen in het publiek zit, maar ook omdat de zwarte muzikanten in dit stukje van de wereld wél evenveel rechten hebben als hun witte collega’s. Kippenvel veroorzakend is het gepassioneerde optreden dat Redding op het Monterey Pop Festival geeft in datzelfde jaar.
Maar naast de hoogtepunten kent de geschiedenis van Stax ook veel dieptepunten, waaronder de tragische dood van Redding in 1967 en de moord op Martin Luther King in Memphis een paar maanden later.
De tweede helft van de serie gaat over Al Bell, Stax’ nieuwe leider die de maatschappij opnieuw opbouwt nadat Stewart alle muziekrechten heeft weggegeven door een slecht contract te ondertekenen. Vervolgens werd Stax onder zijn leiding eigenlijk té succesvol in dat nog steeds vreselijk racistische zuiden: na heel veel tegenwerking, onder andere vanuit de snoeiharde muziekindustrie, moest de studio in 1975 de deuren sluiten. Stax Records verdween, maar de muziek die er werd gemaakt leeft nog altijd voort. Deze docuserie is een terechte en meeslepende ode aan dit belangrijke stukje muziekgeschiedenis.