Bijna de helft van de Nederlanders doet een vorm van vrijwilligerswerk, bijvoorbeeld collecteren voor een goed doel of voetbaltraining geven. Maar de mensen die werken onder de koepel van Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg Nederland (VPTZ) zijn een bijzonder slag. Zij staan ongeneeslijk zieken bij in de laatste fase van hun leven. Wat voor iemand moet je zijn om dit waardevolle, maar ook moeilijke en verdrietige werk te doen? Dat zien we in de serie Tot het einde, die gemaakt is door Human met steun van VPTZ.
Hoewel nieuwe vrijwilligers altijd welkom zijn, is het geen reclamefilm. De serie geeft een realistisch beeld van wat erbij komt kijken als een vrijwilliger aan een cliënt wordt gekoppeld. Hun functie klinkt bedrieglijk eenvoudig: er zijn. Zo gaat vrijwilliger Judy met de zieke Ayla met de rolstoel aan de wandel. Judy blijkt zo iemand voor wie geen zorg te veel is. Zij heeft thuis drie kinderen en een hele reeks pleegkinderen en petekinderen, maar neemt alle tijd om bitterballen te eten met de vrouw die niet lang meer te leven heeft. ‘Ik ga een gesprek met ze aan alsof ik ze al jaren ken,’ vertelt ze. ‘Ik wil dat ze elke dag blij zijn en hun pijn vergeten.’
Net veel later is Ayla er niet meer en zal Judy bij iemand anders aanbellen. Maar het omgekeerde komt ook voor. Dat overkomt Suzanne, die ook al moeder van drie kinderen is. Zij gaat regelmatig langs bij de aan longkanker lijdende Wil. Ze hebben dezelfde humor en praten over luchtige zaken, maar ook over zijn overleden dochter en hoe het is om het einde te zien naderen. Anderhalf jaar later loopt Wil echter nog steeds rond.
Hoe snel of langzaam het ook gaat, Tot het einde laat zien hoe prettig het is als iemand die aan de ene kant betrokken is, maar aan de andere kant ook enige afstand heeft, er gewoon is.