Wat woont u in een mooie straat.
Gabriella Adèr: ‘Nou, ik ben hier het afgelopen jaar twee keer beroofd. Een keer is mijn tas gestolen en ook is er een ketting van mijn hals getrokken.’
Ai. Beperkt dat uw handelen of bewegingsvrijheid?
‘Voortaan loop ik ’s avonds niet meer naar huis, maar neem ik de fiets. Dan ben ik in ieder geval sneller.’
Ter zake. Waar was u op 31 januari 2012, de dag dat Stijn Saelens vermist raakte?
‘Geen idee eigenlijk.’
Ik moet het vragen.
‘U móet het vragen?! Dat is wel heel lang geleden. Ik weet niet eens meer wat ik een week geleden heb gegeten.’
Wanneer hoorde u voor het eerst over de kasteelmoord?
‘Wel rond dezelfde tijd. Al vrij vroeg dus, omdat ik toen al gefocust was op België. Tijdens de master journalistiek bijvoorbeeld had ik mijn scriptie over de parachutemoord geschreven.’
De parachutemoord?
‘Dat was een andere Belgische moordzaak, en daarvoor reisde ik toen veel op en neer naar België. Speelde zich af onder parachutisten. Twee Belgische vrouwen hielden er een verhouding op na met dezelfde Nederlandse man. Rivalen dus. Op een dag heeft een van de twee de banden doorgesneden van de parachute van de ander waardoor zij is neergestort. Die paraclub zat dicht bij de Nederlandse grens en toevallig heetten beide vrouwen Els. Zo ben ik in de Vlaamse justitiële wereld gerold. Twee jaar geleden vroeg Randy [Vermeulen, red.] van de vpro: “Heb je geen misdaadverhaal? Kun je bijvoorbeeld niet iets als The Serial maken, al is dit een totaal ander verhaal en lossen wij niets op?” Dat werd De kasteelmoord, waar ook Nederlanders bij betrokken zijn. Nu ben ik daar inmiddels een jaar mee bezig, ongeveer een keer per week, maar het is vooral een proces van wachten. Constant gaan dingen niet door of worden ze uitgesteld. Zelfs de datum van de uitspraak eind april is onder voorbehoud.’