Wehrmann: ‘Aan de assistentie die je krijgt tijdens reizen met de trein zijn ook zo veel eisen verbonden dat het bijna niet meer leuk is. Je moet je een kwartier van tevoren melden en een kwartier de tijd hebben voor je overstap. Terwijl mijn benen het prima doen. Dan krijg je te horen dat je blij moet zijn omdat de service gratis is.’
Smale: ‘We zijn weleens twee dagen bezig geweest met het regelen van een reis van A naar B.’
Dat klinkt alsof het vooral praktische zaken zijn die beter kunnen.
Wehrmann: ‘Helaas is er meer. Je komt veel vooroordelen tegen, zoals: blinden zijn muzikaal omdat ze een beter gehoor hebben. Gisteren hoorde ik dat blinden beter kunnen proeven. Mensen behandelen je soms alsof je een verstandelijke beperking hebt. Dat begint al met het aanspreken. We kunnen gewoon praten, alleen onze ogen doen het niet. Het is al zo vaak voorgekomen dat iemand aan mijn moeder of een andere begeleider vroeg: “Hoe oud is zij nou?” “Wat doet ze nu?” “Wil ze wat drinken?’’’
Smale: ‘Of: “Neem jij ze even mee?” Of, misschien nog erger: “Doe jij ze?”’
Is bewustwording creëren bij goedzienden een doel van de podcast?
Wehrmann: ‘Absoluut.’
Smale: ‘Ook de benadering van blinden en slechtzienden in de media is – op zijn zachtst gezegd – raar. Ik hoop dat we met de podcast iets kunnen bijdragen door te laten zien wat er fout gaat en hoe het ook kan.’
Wat zou je het allerliefste willen om het leven makkelijker maken?
(Na een lange stilte) Smale: ‘Zelfrijdende auto’s. Dat zou echt een wereld voor ons openen. Dan hadden we dit interview niet telefonisch hoeven doen, maar waren we gewoon naar je toe gekomen. Het gaat nog wel even duren, maar ik heb goede hoop.’
Wat kunnen blinden en slechtzienden uit de podcast halen?
Wehrmann: ‘Ik hoop te kunnen inspireren. Je hoort vaak dat we alleen maar aan iemands handje ergens naartoe kunnen, of erger nog: nergens naartoe gaan, omdat het allemaal te moeilijk is. Ik wil laten zien dat het wél kan. Natuurlijk is naar het theater gaan veel gedoe en heb ik soms ook geen zin in dat geregel, maar je kómt er wel. En frustratie is er ook, als de taxi niet komt opdagen. Maar ik wil laten horen dat je je daar ook uit kunt redden. Achteraf ben je dan zo blij dat je het toch hebt gedaan.’
Smale: ‘Elke keer dat je twijfelt en jezelf afvraagt of je dit wel kunt, moet je eigenlijk vragen: waarom eigenlijk niet? Ik wil niet zeggen “denk in mogelijkheden”, want daar word ik zelf altijd een beetje moe van. Maar met vindingrijkheid kun je een eind komen.’
Hebben jullie zelf nog nieuwe inzichten opgedaan?
Wehrmann: ‘Nou, ik raakte weleens gefrustreerd als mensen in een groepsapp foto’s sturen die ik dan niet kan zien. Daar volgen dan 300 lachende gezichtjes op, maar ik kan niet meelachen. Iemand heeft mij toen verteld dat je niet van goedziende appers kunt verwachten dat ze altijd maar rekening houden met jou.’
Hoe is het om als stel samen te werken?
Smale: ‘Ik moet altijd denken aan de radiomusical Heerlijk duurt het langst van Annie M.G. Schmidt en Harry Bannink. Daarin gaat het in bed nog steeds over werk.’
Wehrmann: ‘“Niet over de boekhouding in bed.” Dat was een zin die erin zat.’
Smale: ‘Dat hebben wij af en toe ook. Dat we zo enthousiast zijn dat de ander zegt: “Nu is het toch wel even klaar?”’
Wehrmann: ‘Het borrelt toch vaak door, dus het is soms lastig om daar grenzen in aan te geven. Dan loopt het zo in elkaar over dat het bijna voelt alsof je geen vrije tijd meer hebt.’
Smale: ‘Het voordeel is dat je ideeën direct aan elkaar kunt voorleggen. Als de ander dan ook enthousiast is, zit je een paar minuten later al op te nemen.’
Wehrmann: ‘Het is niet altijd even leuk, maar soms wel handig.’