Vlamingen beluisteren veel Nederlandse podcasts, andersom gebeurt dat weinig – terwijl Vlaamse podcasts genoeg te bieden hebben. Op het De Standaard Podcastfestival in Oostende spraken we de Vlaamse podcastprofessionals Eva Moeraert en Wouter Van Driessche. ‘Toch wel ongelooflijk, wat een verschil.’

Natuurlijk, dé podcast die talloze Nederlanders bekeerde tot het podcastevangelie is Vlaams: Bob, uit 2017. Weliswaar een VPRO-productie, maar een creatie van het Vlaamse audiocollectief Schik. En er zijn wel vaker uitwisselingen tussen de Vlaamse en Nederlandse podcastwereld: zo zijn er elke editie van de Nederlandse minipodcastwedstrijd Korte Golf wel Vlaamse inzenders te horen – veelal afkomstig van een van de audiomakersopleidingen die Vlaanderen rijk is. Zulke opleidingen zijn er überhaupt nauwelijks in Nederland, wat de indruk wekt dat onze zuiderburen het genre podcast serieuzer nemen.

Die indruk klopt niet, zeggen Vlaamse podcastmakers in koor wanneer je ze ernaar vraagt, wat de VPRO Gids doet op het De Standaard Podcastfestival in Oostende. Nee, klinkt het: de budgetten zijn toch echt veel hoger in Nederland en er worden meer en professionelere podcasts gemaakt. Horen we hier het bekende calimerocomplex van Vlamingen of hebben ze een punt? Als we naar de cijfers kijken, is in elk geval duidelijk dat de podcast bij onze buren nog niet in dezelfde mate is doorgebroken: een op de drie mensen in Vlaanderen beluistert weleens een podcast, in Nederland is dat al grofweg een op de twee.

‘In Vlaanderen zijn we nog aan het zoeken hoe we onze podcasts gemaakt kunnen krijgen. In Nederland zijn ze een fase verder’

Eva Moeraert

Maar de podcast zit wel in de lift in Vlaanderen. Dat is in april duidelijk te zien op de eerste editie van het De Standaard Podcastfestival: een festival dat qua schaal, locatie en budget Nederlandse podcastfestivals zwaar overtroeft. En tijdens een debat met de veelzeggende titel ‘Het gaat goed met de Vlaamse podcast’, waar vele grijze pakken – zowel mediabobo’s als de Vlaamse minister van Media – de lof van de Vlaamse podcast zingen, maakt de directeur van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) bekend jaarlijks 250.000 euro subsidie aan podcasts toe te kennen. Ook zal de VRT voortaan 500.000 euro moeten besteden aan audioproducties van externe makers.

Tijdens dat debat zit tussen alle grijze pakken ook podcastmaker Eva Moeraert op het podium. Zij is een van de bekendste podcastmakers van Vlaanderen en medeoprichter van het postgraduaat Podcasting aan de Artevelde Hogeschool in Gent. Net als de vrouwen van Schik bracht ze in samenwerking met eindredacteur Randy Vermeulen in 2019 een veelgeprezen podcastserie uit bij de VPRO: Waarom. In het debat plaatst ze kritische kanttekeningen bij de hosannastemming over de Vlaamse podcast. Want ja, leuk en aardig allemaal, maar zelfs een gearriveerd maker als Moeraert lukt het nog steeds niet om haar plannen gefinancierd te krijgen. Haar podcasts betaalt ze grotendeels uit eigen zak, met het geld dat ze verdient als docent en trainer.

Erkenning

Hoe staat de Vlaamse podcast er nu echt voor? En wat is er anders aan Vlaamse podcasts, vergeleken met die uit Nederland? Deze en andere vragen vuren we af op Eva Moeraert (42) en Wouter Van Driessche (44). Van Driessche stond bij de Vlaamse krant De Standaard aan de wieg van de podcastafdeling daar en in 2020 is hij een podcastagentschap begonnen binnen Mediahuis: Uitgesproken. Hiermee maakt hij voornamelijk podcasts voor bedrijven en instellingen, maar ook voor tv-programma’s. Net als Moeraert gaf hij op het De Standaard Podcastfestival een presentatie over zijn werkwijze.

Gevraagd naar de verschillen tussen de Vlaamse en Nederlandse podcastwereld merken beide makers op dat Nederland een paar jaar voor ligt op België. Wouter Van Driessche: ‘Het is geen toeval dat de eerste grote Vlaamse podcasts, zoals Bob, via Nederland zijn gepasseerd. De budgetten, de teams, de knowhow en de markt zijn in Nederland allemaal groter. Als ik niet al mijn hele leven hier had, zou ik zeker naar Nederland verhuizen om daar op de podcastmarkt aan de slag te gaan. Dat onze podcast Patiënt Pedro een mooie recensie kreeg in de Nederlandse podcast Vink was voor mij een van de hoogtepunten van afgelopen jaar. Nederlandse podcastmakers, die altijd – terecht – kritisch zijn, zeiden over ónze podcast hoe goed ze hem vonden!’

‘Zo veel jonge mensen, zo veel interesse in podcast! Het podcastfestival in Oostende overtrof mijn stoutste verwachtingen’

Wouter van Driessche

Eva Moeraert: ‘Ik denk dat er veel talent rondloopt in Vlaanderen, maar dat we met z'n allen nog wel aan het zoeken zijn hoe we onze podcasts gemaakt kunnen krijgen. In Nederland zijn ze duidelijk al een fase verder. Bijvoorbeeld met een commercieel platform als Dag en Nacht Media, inmiddels overgenomen door Podimo. Ik zit echt te wachten tot er zoiets in België komt. Want als ik op mijn plannen een nee krijg van de Vlaamse omroep of de krant, dan houdt het op. Soms denk ik: hoeveel meer moet ik mij nu nog bewijzen? Allez, niet om arrogant te doen, maar als ík het geld al niet krijg, hoe zit het dan met al die andere makers? Maar dat podcastfestival in Oostende vond ik wel een belangrijk signaal: eindelijk wordt het medium in Vlaanderen eens op de kaart gezet. Met een groot festival en met de Oorkondes, de eerste podcastprijzen van Vlaanderen. Echt een erkenning voor de podcast en voor ons als makers.’

Dat gevoel deelt Wouter Van Driessche. ‘Ik denk dat dat festival iets in gang heeft gezet dat heel diepgaand is: zo veel jonge mensen, zo veel interesse in podcast! Er zijn daar allerlei ontmoetingen en nieuwe ideeën ontstaan, het heeft mijn stoutste verwachtingen overtroffen.’

Harde grens

Hoe zit het met de uitwisseling tussen beide landen? Net zoals bij televisie blijkt het ook bij podcasts zo te zijn dat Vlamingen wel naar Nederlandse podcasts luisteren, maar dat dit andersom veel minder gebeurt. Eva Moeraert verbaast zich erover: ‘Ik was samen met de Nederlandse podcastmakers Pascal van Hulst en Tom Hofland bij de uitreiking van de Oorkondes, de nieuwe Vlaamse podcastprijzen. En zij kenden dus geen enkele podcast van de genomineerden! Eigenlijk toch wel ongelooflijk, wat een verschil dat is. Wij luisteren veel naar Nederlands podcasts: Man met de microfoon bijvoorbeeld, De plantage van onze voorouders, Gothrecht, van alles. Maar in Nederland zijn Vlaamse podcasts bijna niet bekend; alleen de misdaadchatcast De volksjury doet het aardig, die zit als enige Vlaamse podcast ook bij Dag en Nacht Media. Er is toch wel een harde grens, en ik weet niet goed hoe dat komt. Jammer is het wel. Als we die grens overbruggen, kunnen we allebei meer publiek aanboren.’

‘Ik heb mijn radiostem moeten afleren om podcast te maken, ik praatte te mooi’

Eva Moeraert

Wouter Van Driessche: ‘Ik luister heel veel Nederlandse podcasts, ik ben een gigantische fan van wat jullie maken. Jullie spreken doorgaans ook veel beter dan Vlamingen. Er is een helderheid, een souplesse, een directheid. Ik hoor Nederlanders heel graag praten, je merkt ook dat er bij jullie veel meer chatcasts zijn. Jullie zijn iets confronterender, en dat werkt: het maakt een gesprek heel warm, vlot en spannend.’

Eva Moeraert denkt daar anders over. ‘Ik zie hier in Vlaanderen toch ook veel chatcasts. En ik vind meestal dat jullie in Nederland best veel woorden nodig hebben om iets te zeggen. Ik snap wel wat Wouter bedoelt: Nederlanders reageren spontaner, Vlamingen denken wat langer na. Maar dat is niet zozeer iets wat ik merk in podcasts, meer bij festivals en evenementen. Als ik zie hoeveel vragen er in Nederland uit het publiek komen en de discussies die er ontstaan, ja, dan ben ik wel jaloers.’

Franse r

Iets wat van oudsher sowieso anders is in de Vlaamse audiotraditie, is de nadruk op een keurige uitspraak van het Nederlands. Natuurlijk bestaat er in Nederland ook zoiets als het Standaardnederlands, maar in Vlaanderen is er zowel op radio-opleidingen als op het conservatorium sprake van strenge logopedielessen en stemtests, waarbij het bijvoorbeeld heel belangrijk is dat iemand die ‘op antenne’ (Vlaams voor ‘in de ether’) te horen is een Vlaamse r heeft en geen Franse.

Deze starre eisen remmen de diversiteit bij de traditionele Vlaamse media en opleidingen. Maar podcast, een veel losser medium, kan daar verandering in brengen. Eva Moeraert: ‘Zelf heb ik mijn radiostem moeten afleren om podcast te maken, ik praatte te mooi. Bij sommige VRT-podcasts hoor ik nog steeds makers die te mooi praten, dat klinkt gewoon niet authentiek. Maar het wordt wel steeds meer losgelaten. Echt een positieve evolutie, die mede te danken is aan het medium podcast.’

Wouter Van Driessche: ‘Ja, dat is ook een belangrijke belofte van de podcast: dat je stemmen kunt laten klinken die anders niet per se de kans krijgen om zich te laten horen. Maar het Vlaamse podcastlandschap komt nog niet eens in de buurt van de diversiteit die we zouden willen, ik hoop dat we daar heel snel grotere stappen in gaan maken. Als ik podcasts maak doe ik in elk geval geen stemtests. Fijn juist als iemand een accent heeft, dat maakt het net anders en persoonlijker.’

Tot slot: wat zou Nederland van Vlaanderen kunnen leren op podcastgebied? Beide makers laten een lange stilte vallen op die vraag om uiteindelijk toch schoorvoetend tot de eigen sterke punten te komen. Wouter Van Driessche: ‘Er is hier een krachtige traditie van theater en poëzie en dat hoor je ook terug in de podcasts, bij Schik bijvoorbeeld. Verder zijn we heel inventief: hoe minder er is, hoe creatiever je moet zijn met wat er wel is. Met beperkte middelen worden er hier toch heel straffe podcasts gemaakt.’

Eva Moeraert. ‘Bij ons zitten die poëtische lagen er inderdaad wat meer ingebakken. Ik zie podcasting ook echt als een kunstvorm. Daar wil ik meer en meer naartoe, dat ik me audiokunstenaar noem in plaats van journalist of maker. De podcast als kunstvorm: ik denk dat we daar wel goed in zijn in Vlaanderen.’

meer podcasttips