Hoe begon dit?
Bert Bentsink: ‘Ik werkte op de Zuidas en scharrelde met een collega van dertig die opeens onverhoopt zwanger bleek. Dat nieuws sloeg in als een bom. Ik was net afgestudeerd en had geen idee of ik kinderen wilde. Zelfs nooit over nagedacht. Totaal overrompeld en compleet in shock. Daarna volgden tien best wel moeizame jaren. Zij zei ook overvallen te zijn, maar ik voelde me er een beetje ingeluisd. Omdat ik het pas na twaalf weken hoorde en ook omdat ze ouder was.
Dat maakte mij wantrouwig. Ik heb toen gepleit voor een abortus, maar zij dacht daar anders over en zij beslist natuurlijk. Het liefst had ze huisje-boompje-beestje gewild.’
Met jou?
‘Ja, maar ik wilde dat totaal niet. Alles ging te snel. Ik kende haar ook pas een paar maanden. Zij had al een volwassen leven met een huis, auto en een vaste baan en daar paste makkelijker een kind bij. Als er een kind zou komen wilde ik dat wel kennen, maar omdat ik in eerste instantie voor abortus had gepleit was onze relatie helemaal op scherp komen te staan. Een gezamenlijke basis ontbrak. We woonden apart en er was geen relatie. De eerste jaren heb ik wel geprobeerd de vaderrol in te vullen maar dat voelde nep. Stel je voor, ik leefde als student en ging op zaterdag uit plichtsbesef naar mijn dochter waar ik een beetje de onbeholpen vader was. Daarna vervolgde ik weer mijn andere leven. Nogal schizofreen en best eenzaam omdat niemand wist hoe ik me voelde.’