‘Waarom wordt er in Nederland zo zelden een echt angstaanjagende thriller gemaakt? Of een meeslepende fantasyfilm? Een komedie met diepgang? Films hoeven toch niet op de werkelijkheid te lijken om echt, oprecht en authentiek te zijn? (…) Weg met de spruitjeslucht. Het realisme is drooggekookt. De fantasie heeft te lang op een laag pitje gestaan. Wees onrealistisch!’
Aan hartstocht en ambitie geen gebrek in het Manifest voor de verbeelding dat in 1999 werd ondertekend door meer dan zeventig Nederlandse filmmakers: de Fantasten. Ruim twintig jaar later lijkt er niet veel terechtgekomen van hun oproep om ‘de dictatuur van het realisme in de Nederlandse cinema’ de nek om te draaien. Waar ligt dat aan? Zijn Hollanders domweg te nuchter, of spelen er andere zaken mee? En hoe kijken de initiatiefnemers van het manifest er inmiddels zelf op terug?