‘Je vraag je af wat er omgaat in het hoofd van een man als Micah Mortimer,’ luidt de meewarig klinkende openingszin van Een rooie aan de kant van de weg (Prometheus), de drieëntwintigste roman van Anne Tyler. En meewarigheid lijkt op het eerste gezicht het enige dat deze 43-jarige sukkelaar zou kunnen oproepen. Gevangen in een tredmolen van obsessieve huishoudelijke orde, oersaai werk als oplosser van computerprobleempjes van meestal bejaarde klanten en parttime conciërge, en in een bloedeloze tevreden-maatjesrelatie met schooljuf Cass. Maar uiteraard laat Tyler dat waakvlambestaan niet alleen met een paar verrassende wendingen volledig instorten, ze weet je intens te laten meeleven met de crises en eurekamomenten van haar oenige antiheld. Typisch Tyler: warm, subiel, meesterlijk.
DIRK-JAN ARENSMAN