Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
De magie van geluid
Van fluitconcerten en een kolkende Kuip tot ijzige stiltes. Hoe klinkt een voetbalstadion vanaf het veld? ‘Doe dat publiek maar weer snel terug.’
‘De “oehh” die door het stadion klinkt na een gemiste kans.’ Voor Excelsior-voetballer Thomas Verhaar is dat het meest kenmerkende stadiongeluid. ‘Als ik vroeger ging kijken en de wedstrijd was al begonnen, dan wist je als je dat hoorde: nu moet ik echt haast maken, want ik heb bijna een goal gemist.’
Scheidsrechter Bas Nijhuis memoreert vooral de opbouw van het geluid. ‘Het begint met de warming-up als het stadion langzaam volloopt. In Nederland begint dat met praten en als het voller wordt dan komt het zingen. Maar ik heb ook bij Galatasaray gefloten in Turkije, daar zijn ze tijdens de warming-up al door het dolle heen. En als je bij Feyenoord staat te wachten voordat je het veld op gaat en de klep gaat open, dan zit daar een kolkende Kuip te wachten. Dan gaat die tune erin en hoor je: bam! Eén bonk geluid van supporters. Dat is wel heel gaaf.’
FC Twente-trainer Ron Jans denkt met weemoed terug aan volle stadions. ‘Ik zou niet meer weten hoe het klinkt. Of ze nou voor je of tegen je zijn, het publiek hoort erbij.’ Wat dat betreft is het volgens hem een waardeloos jaar. ‘Normaal komen de keepers als eerste het veld op, dan begint het thuispubliek te juichen en de tegenstander te fluiten. Dan voel je: dit wordt een wedstrijd. Nu is er niks. Je vraagt naar geluid, maar nu is het vooral die ijzige stilte als na een overwinning of nederlaag de wedstrijd echt klaar is. Je weet helemaal niet meer hoe je jezelf een houding moet geven, zonder geluid, zonder publiek.’
Veredelde oefenwedstrijd
Ook Verhaar beaamt het belang van supporters. ‘Het gevoel dat je krijgt als je gescoord hebt, die reactie, dat is iets wat je in het dagelijks leven niet kunt nabootsen. Bij Sparta hadden we een toffe wisselwerking met het publiek en we werden ook nog kampioen, dus dat groeide alleen maar. Dat is iets onbeschrijflijks.’
Je merkt dat ook aan spelers, zegt Nijhuis. ‘Als zij een tackle inzetten, zie je dat het publiek reageert. Stel dat iemand mist, dan staat hij door de reactie van het publiek ook meteen weer op om er weer achteraan te gaan en het nog een keer te proberen.’
Hij heeft nog nooit zo weinig gele kaarten gegeven als dit seizoen. ‘Spelers worden niet opgepept of opgejut. Als je thuis met 1-0 achterstaat en het publiek gaat flink tekeer, dan maak je net even een overtredinkje te veel. Dat is nu niet. Het lijkt soms net een veredelde oefenwedstrijd.’ Daarnaast houdt het publiek hem ook scherp. ‘Je moet oppassen dat je niet in slaap valt.’
Jans ziet dat terug in de uitslagen. ‘Uitploegen winnen nu meer. Wij hebben thuis ook zó’n slechte serie gehad.’ De akoestiek van een stadion kan imponeren, weet hij. ‘Ons stadion is redelijk volgebouwd en de fanatieke aanhang zit achter het doel. De trommels zitten daar ook, dat maakt echt indruk. Ik heb dat alleen nog maar als tegenstander mee mogen maken.’
Concertzaal
Welk stadion in Nederland de mooiste akoestiek heeft? Nijhuis: ‘Als ik zelf moet kijken vind ik zo’n Kuip die losgaat wel heel erg mooi. Zou een volle Arena net zo tekeergaan als De Kuip dan zou die klank misschien nog beter blijven hangen, want daar zit het publiek meer in een kom. In De Kuip trekt het wat wijder weg, waardoor je zou denken dat het geluid eerder verwaait, maar daar komt toch het meeste volume vandaan.’
Jans sluit zich daarbij aan. ‘Ik heb als cursist van de opleiding coach betaald voetbal op de tribune gezeten in De Kuip. Dat was bij de halve finale van de Uefa Cup, om de wedstrijd te analyseren. Dat stadion bewoog gewoon, dat voelde geweldig. Ik ben het met Bas eens dat weinig zo klinkt als een kolkende Kuip.’ De mening blijkt unaniem. Verhaar: ‘In De Kuip spelen is zo veel indrukwekkender dan in het Philips Stadion of in de Arena. Als het Feyenoordpubliek erachter gaat staan voel je zo’n golf door dat stadion komen. Bij NAC heb je dat ook, daar is een vrij steile tribune, dus de mensen zitten dicht op het veld en het stadion is bijna altijd vol.’
Nijhuis: ‘Als je een avondje NAC hebt in Breda komt er zó’n berg geluid op je af, dat heeft alles met akoestiek te maken. Als je in het Gelredome bent met het dak dicht is het net of je in een concertzaal zit.’
‘Zitten! Zitten!’
Nijhuis snapt dan ook dat tegenstanders van een nieuw Feyenoordstadion gehecht zijn aan de akoestiek van De Kuip. ‘Ik kom wel in nieuwe stadions, zoals in Engeland bij de Spurs [Tottenham Hotspur, red.], dat is compleet anders dan het oude. Ze zijn vaak tot bovenaan dicht gebouwd, dat klinkt heel anders. Het is moeilijk te omschrijven. Misschien is het ook wel gewenning en vindt een nieuwe lichting zo’n oud stadion juist gek klinken.’
Hoe het ook klinkt, geluid is met publiek continu aanwezig voor scheidsrechters. ‘Sommige collega’s sluiten zich bewust af voor het geluid vanaf de tribune, maar ik doe dat juist niet, ik hoor en merk alles. Ook spreekkoren, soms geef ik even een duimpje aan een vak. Op elke beslissing die je maakt, of die nou voor of tegen is, komt een reactie van het publiek. Fluitconcerten, geschreeuw, of schelden als je geel of rood geeft. Als je een strafschop of een overtreding meegeeft wordt er gejuicht. Er is altijd wel reuring.’
Daarnaast is er de headset én zijn er de spelers. ‘Dus als ik soms een vrije trap geef, staat voor me iemand te raaskallen dat hij het er niet mee eens is, hoor ik het publiek zijn mening geven, zijn mijn assistenten tegen me aan het praten en begint de trainer tegen de vierde man. Je went er wel aan en nu het er niet is, merk je wat voor kale bedoening het is. Dus doe dat publiek maar weer snel terug.’
‘Ook wij zijn langs de lijn soms best aanwezig,’ zegt Jans. ‘Je hoort weleens wat, zeker van mensen die vlak achter je zitten. Dus zodra je uit je dug-out komt is het meteen: “Zitten! Zitten!” En dan nog weleens wat onvriendelijke woorden.’
Spreekkoren
Als voetballer ben je vaak zo geconcentreerd dat je het geluid onbewust registreert, zegt Verhaar. ‘Maar bij Sparta hadden ze een nummer dat ze zongen als het slecht ging, bij een tegengoal bijvoorbeeld. Dat was bedoeld om ons op te beuren, maar dat associeerde ik toch met een mindere periode in de wedstrijd.’ Spreekkoren doen hem weinig. ‘Laatst bij Excelsior hadden we een wedstrijd met publiek waarbij een paar supporters wat lelijke dingen over me zeiden, terwijl ik aan het warmlopen was. Dat hoor je dan wel. Ik vind dat niet zo erg, maar voor familie die op de tribune zit is dat wel pijnlijk.’ Ook merkt hij dat een cynisch geluid verlammend kan werken op een team. ‘Ik denk dat supporters hun invloed onderschatten. Iedereen wil uiteindelijk winnen.’
Voor Jans is het soms lastig dat hij zijn spelers niet kan bereiken. ‘Je komt er gewoon niet bovenuit. Soms roep je tegen beter weten in en anders is het wachten op de rust of een blessure. De spelers bij je in de buurt zijn dan de pineut, of je geeft een wissel wat mee.’ Verhaar: ‘Je zag onlangs bij de play-offwedstrijd Feyenoord tegen Sparta dat de keeper van Sparta ineens vanuit het niks geblesseerd was. En toevallig meldden zich tegelijkertijd zes spelers bij de trainer, dat was zéker een ingestudeerd trucje.’
Elkaar verstaan is het probleem niet, zegt Nijhuis. ‘Ik hoor alles, tot het gehijg aan toe. Maar het is belangrijk om goede afspraken met elkaar te maken over de communicatie. Een assistent langs de lijn zei een keer toen een speler hard inkwam: “Bas, hij raakt hem.” En dan floot ik al, net te vroeg voor het “niet" dat volgde.’
Cadeautje!
Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →