‘Curaçao is een echt radio-eiland. Er zijn zo’n vijfendertig verschillende zenders, waarvan Radio Mas de populairste is. Een Papiamentstalige zender voor het volk en dat zie je terug in de muziek, de dj’s en het nieuws. Iedereen hier leeft met de radio, ook jongeren. Zelfs op straat hebben mensen een radiootje mee. Als je hier een reclamecampagne wil doen, moet je een radiospot hebben. Veel belangrijker dan een televisiecommercial. Radio is een partner, een vriend. Je weet vaak al veel over een persoon als hij zegt naar welke zenders hij graag luistert, want elke zender heeft een eigen en vaak ook politieke signatuur.’
Kijken met Selwyn de Wind
Selwyn de Wind (40) is filmmaker en fotograaf en is geboren en getogen op Curaçao.
‘De twee grootste zenders starten de dag met lange, lange ontbijtshows. Mòru bon dia op TeleCuraçao en Mainta op TV Direct. Nieuws en actualiteiten, een tv-kok, items waarbij de lokale winkeliers vertellen wat die week de koopjes zijn. Het camerawerk is maar zo-zo, maar de interviewers kunnen lullen, dus het komt vaak wel goed. TV Direct heeft heel slim Colombiaanse telenovelas aangekocht. Dat is een groot onderdeel van de televisiecultuur hier. Een culturele zwakte als je het mij vraagt, maar er wordt veel naar gekeken. Nou moet ik toegeven dat ze er filmisch mooi en gelikt uitzien, bijna niveau Netflix. Maar het acteerwerk, tja. Dat blijft toch meer het niveau Goede tijden, slechte tijden.’
‘De globalisering door diensten als Netflix heeft effect op de identiteit van een klein eiland als Curaçao. Mijn kinderen praten al meer Engels dan dat ze Papiamentu of Nederlands praten. Het eiland kijkt te veel naar buiten in plaats van naar binnen. We moeten naar onze eigen cultuur en identiteit kijken. De afgelopen vijf jaar heb ik aan de muziekdocu Atardi gewerkt, over de grote troubadour van Curaçao Rudy Plaate. Daarin dook ik in de geschiedenis van zijn carrière en tegelijk in die van het eiland van de jaren vijftig tot nu. Ik weet nog dat ik de eigenaar van de bioscoop moest overtuigen. Hij zei: “Ik geef je twee weken. De eerste drie dagen komen je familie en vrienden en daarna loop je in de min”. Uiteindelijk heeft Atardi van juli tot november gedraaid, met tienduizend bezoekers. Alleen Titanic had ooit meer mensen naar de bioscoop getrokken.’