Boekentips

‘Depressieve episode, met somberheid en suïcidale ideaties passend bij een bipolaire-II-stoornis’, zo luidt kort samengevat de psychiatrische diagnose die ertoe leidt dat Emmanuel Carrère acuut wordt opgenomen. De aanloop hiernaartoe beschrijft hij in Yoga (Arbeiderspers). De Franse schrijver en journalist rolt al 25 jaar trouw dagelijks zijn matje uit, maar hoezeer hij ook zijn best doet innerlijke rust te vinden, yoga kan hem niet behoeden voor het noodlot. Zijn vipassanaretraite (‘een commandotraining in mediteren’) wordt wreed onderbroken door de aanslag op Charlie Hebdo, waarna hij ten prooi valt aan ‘maniakale oververhitting’, gevolgd door een ‘depressieve inzinking’. Carrère biedt een nietsontziende blik in zijn getourmenteerde ziel, maar zijn droge, relativerende zelfspot houdt het dragelijk en vaak zelfs vermakelijk.

KATJA DE BRUIN

In een dorpje in Noord-Finland vestigt zich een reusachtige kerel die er een vervallen molen opknapt, aanvankelijk tot genoegen van boeren en overige inwoners. In sombere buien en onder hoogspanning gedraagt Gunnar Huttunen zich echter zonderling en heft hij wolvengehuil aan, waardoor de brave maar onverdraagzame dorpelingen hem voor gek verklaren en in een gesticht laten opsluiten, waarna de gebeurtenissen een groteske en noodlottige wending nemen. Van de tientallen humoristische romans van de Fin Arto Paasilinna (1942-2018) is De huilende molenaar uit 1981, opnieuw uitgebracht door Wereldbibliotheek, een van de bekendste. Paasilinna blinkt in deze roman uit in ongemakkelijk absurdisme, neemt de gedragingen van al zijn personages op de korrel, maar houdt dit halfgare verhaal spannend tot het eind.

MAARTEN VAN BRACHT

Tien jaar geleden schreef Bart Moeyaert op verzoek van violist Janine Jansen Iemands lief (Querido), een vrije verzenbewerking van het libretto van Igor Stravinsky’s muziektheaterstuk L’Histoire du soldat, eenmalig uitgevoerd tijdens het Internationaal Kamermuziek Festival Utrecht. Dat onder meer het Antwerp Symphony Orchestra het dit najaar speelt, is aanleiding voor een fraaie (her)uitgave. Moeyaerts tekst is het faustiaanse sprookje van Benjamin Popov, een soldaat die tijdens een verlof zijn viool (en ziel) verkoopt aan Beëlzebub-in-vermomming, in ruil voor een, eh, waarzeggend boek. Een deal die hem uiteraard veel geld en weinig geluk oplevert. (‘De toekomst is een hemelbed./Wie heeft het in de hel gezet?’) De gloednieuwe zwart-witillustraties van Peter Van den Ende zijn, stemmig en sinister, verduiveld mooi.

DIRK-JAN ARENSMAN