Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Marmot
Ik bleek over meer dan voldoende geduld te beschikken in die rij op Schiphol.
Misschien ook wel omdat we de eerste rij die we tegenkwamen hadden genegeerd, er omheen liepen en aan het eind van de sliert vier werkloze mensen achter een incheckbalie vonden. Gevoelens van onoverwinnelijkheid spoelden de intense vermoeidheid, het was tenslotte half vijf in de ochtend, weg en vliegen was opeens niet meer een soort Efteling-oefening maar een manier om grote afstanden in korte tijd te overbruggen.
Die triomfen bleven duren tot het laatste stukje van de terugreis toen er plotseling treinen niet reden, en we de laatste kilometer zeulend met koffers in een ouderwetse Hollandse regenbui af moesten leggen.
De nekslag kwam twee dagen later toen ik een positieve coronatest voor me op tafel had liggen. Wat? Ik? Hoe dan? Had ik de afgelopen twee jaar en drie maanden niet afdoende afgedwongen dat ik onkwetsbaar was? Of hadden ze me bij het dopen in vaccin misschien bij mijn hiel vastgehouden en was er toch één plekje bloot gebleven?
Zo belandde ik plotseling van de rol van eeuwige toeschouwer naar hoofdrolspeler in het toneelstuk De Zomergolf. Het oversteken van die grens voelde ik heel precies aan. De dag voor de test dacht ik dat ik een beetje schor was van de reis en liep ik nietsvermoedend door een overvolle kantine waar tientallen mensen zaten te eten, de dag van de test twijfelde ik of ik nog snel even voor vier dagen boodschappen kon gaan doen op een uur dat de supermarkt leeg was.
Vandaag lees ik dat onderzoekers na zevenhonderd jaar eindelijk de bron hebben gevonden van de pestepidemie uit de veertiende eeuw, die waarschijnlijk zijn oorsprong vond in marmotten in Kirgizië. Ik zal de onderzoekers van de toekomst de moeite besparen, ik ben de marmot van de zomergolf.