Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Moord op zee
Het zeiljacht Lazy Duck van de Nederlandse pensionado’s Peter Putker en Durdana Bruijn lag in 2015 voor de kust van Colombia toen Durdana werd vermoord. Door overvallers of door haar man? Aan waarheidsvinding doet regisseur Walter Stokman niet in de 2Doc Lazy Duck, wel laat hij de rechtszaak van dichtbij zien. ‘Ik dacht: wat gebeurt hier?!’
‘Nou is het natuurlijk zo dat u erop rekent, hoopt, dat u vrijgesproken zal worden?’ De rechter vraagt het verdachte Peter Putker terwijl ze hem doordringend aankijkt.
‘Ik ga daarvan uit, ja,’ zegt hij.
‘U gaat daarvan uit. Stel nou dat dat anders zou zijn, wat zou dat voor u betekenen?’
‘Ja… Het einde.’
Dit gesprek in de rechtszaal, aan het begin van de documentaire Lazy Duck, vat het drama van de film mooi samen. De gepensioneerde dierenarts Peter Putker stond in 2020 voor de rechter. Hij zeilde in 2015 de wereld rond met zijn vrouw Durdana Bruijn, van wie hij drie kinderen heeft. Voor de kust van Colombia werd hun zeiljacht overvallen, waarbij Durdana vermoord werd. Maar volgens de Colombiaanse autoriteiten waren er geen rovers aan boord geweest en was Putker zelf de dader. Voordat hij in Colombia officieel als verdachte werd aangemerkt vluchtte Putker gauw terug naar Nederland om daar berecht te worden.
Documentairemaker Walter Stokman (1966) mocht deze spannende rechtszaak helemaal filmen en maakte op basis daarvan Lazy Duck. Met als resultaat geen true-crime-documentaire of onderzoeksjournalistiek, maar een psychologisch portret. Stokman wil de kijker laten nadenken over de vraag: wat betekent het als je bent overgeleverd aan wat anderen over jou zeggen?
Lijdend voorwerp
Er waren immers geen getuigen op de boot behalve Putker zelf. Niemand kan zijn verhaal bevestigen – wat al snel smeuïge reportages in misdaad- en showprogramma’s oplevert. De enigen die Putker kunnen helpen zijn zijn familieleden: zij getuigen van zijn rustige karakter en de goede relatie die hij had met zijn vrouw. Maar is dat genoeg? Als kijker word je heen en weer geslingerd tussen geloof en ongeloof. Wat niet helpt is dat Putker een, in Walter Stokmans woorden, ‘ongelooflijke droogkloot’ is, van wie je geen emotionele betogen hoeft te verwachten. Maar mag zoiets eigenlijk wel tegen iemand werken? Zo zet Lazy Duck je ook aan het denken over de vraag of een slachtoffer ‘perfect’ moet zijn om geloofd te worden.
‘Ik heb Peter Putker bewust niet geïnterviewd voor deze film,’ vertelt regisseur Walter Stokman aan de telefoon vanuit de Verenigde Staten, waar hij een ander intrigerend verhaal op het spoor is: nepoorlogsgeluiden, die werden afgespeeld aan het front om de tegenpartij af te schrikken. ‘Ik heb ervoor gekozen om hem in beeld te brengen als een soort lijdend voorwerp. Juist om te laten zien dat hij is overgeleverd aan wat anderen over hem zeggen.’
Onafhankelijkheid
Stokman hoorde over Putkers zaak via diens advocaat Bob Vink, met wie de regisseur eerder had gewerkt voor de documentaire The West Lusaka Man (2010), waarin een Nederlander voor moord terechtstaat in Zambia. ‘Bob spreekt zijn talen en staat bekend om dit soort zaken. Hij beslist meestal in een split second of hij in het vliegtuig stapt om zo’n cliënt bij te staan. Zo ook bij Peter Putker. Hij belde me op en zei: dit is een bizar verhaal, is dit niet een film voor jou? Natuurlijk bedenkt hij zoiets vanuit het belang van zijn cliënt: hij hoopte dat, als ik mijn film af zou hebben voor de rechtszaak, dit de zaak misschien positief zou kunnen beïnvloeden. Maar daar leen ik me natuurlijk niet voor, ik ben een onafhankelijk filmmaker.
De documentaire heb ik uiteindelijk pas na het proces in elkaar gezet, omdat het proces zelf de basis werd voor mijn film. Kijk, een documentaire met talking heads wilde ik sowieso niet maken en ik wilde ook niet gaan uitzoeken wat het echte verhaal was: dat ik zelf op zoek moest naar de moordenaars. Zo’n filmmaker ben ik namelijk niet. Ik wil dat de kijker iets meemaakt, niet dat hij iets voorgeschoteld krijgt. Ik ga geen rechtertje spelen en ik ben ook geen onderzoeksjournalist. Maar hoe ik de film dan wél wilde aanpakken, daar kwam ik eigenlijk pas achter tijdens de rechtszaak.’
John van den Heuvel
Met het filmen in de rechtbank heeft Stokman geluk gehad: het was corona en daarom mocht alleen de naaste familie van Putker in de zaal zitten. Omdat die instemde met het filmen van het proces heeft Stokman samen met zijn cameraman Jackó van ’t Hof alles wat daar gebeurde minutieus kunnen vastleggen. Het levert fascinerende, spannende scènes op: sterk ingezoomd op de gezichten van de verdachte, diens advocaat, de rechter en de officier van justitie.
Stokman: ‘We mochten de hele rechtszaak filmen op een manier die je volgens mij niet zo vaak ziet in Nederland. Dat was dus al speciaal, maar toen de officier van justitie opeens keihard in de aanval ging en acht jaar eiste, dacht ik: waaa, wat gebeurt hier?! Het was heel bijzonder om die dag mee te maken en na afloop dacht ik: dit moet ik reconstrueren, zodat je daar als kijker in meegenomen wordt.
Het liefst zou ik zien dat mensen na deze film niet denken: goh, zou hij het nou wel of niet gedaan hebben? Maar dat ze denken: jezus, het zal je maar gebeuren... En: hoe zou ík me ertoe verhouden als andere mensen van mijn verhaal alles kunnen maken wat ze willen? Ik wil dat je voelt hoe het is wanneer jij als enige de waarheid weet. Of ik zelf denk dat hij schuldig is? Nee, ik denk van niet. Maar zeker weten kan ik het niet, dat maakt deze zaak zo heftig.’
Dit gegeven werkt Stokman op een subtiele manier uit. Zo verbeeldt hij de druk van de pers met een scène waarin Putker in zijn huiskamer een aan hem gewijde tv-uitzending van misdaadjournalist John van den Heuvel bekijkt. De onmacht van Putkers familie komt er in de rechtszaal uit via één korte, maar allesdoordringende schreeuw van Putkers zus. Show, don’t tell, is duidelijk Stokmans motto.
Losse eindjes
Desondanks valt er nog genoeg te vertellen en uit te zoeken over deze zaak, aldus de regisseur. ‘Ik heb weleens gedacht: moeten we een journalist niet eens vragen of die de losse eindjes wil oppakken? Om het eens een keer helemaal uit te zoeken. Want waarom heeft Nederland eigenlijk zo hoog ingezet bij Putker? Het zou me niks verbazen als er een deal is gemaakt met Colombia om hem te vervolgen. En dat Nederland in ruil daarvoor iets heeft teruggekregen, want er is in Colombia ook een aantal mensen rond die enge Taghi-gang opgepakt. Dit is natuurlijk allemaal giswerk, maar het zou best de moeite waard zijn om het uit te zoeken.’
Zelf houdt hij het liever bij het maken van eigenzinnige documentaires. Walter Stokman behandelt in zijn werk heel uiteenlopende onderwerpen: zo ging Privégesprekken, zijn laatste film vóór Lazy Duck, over het seksleven van kankerpatiënten. En nu stort hij zich dus op geluidseffecten tijdens oorlogsvoering. Wat is de rode draad? Stokman. ‘Ik functioneer puur vanuit nieuwsgierigheid. En vanuit mijn wens om de kijkers iets te laten meemaken. Reconstructies zijn natuurlijk ook helemaal prima, hoor. Maar als je via een documentaire ergens echt bij bent op het moment dat het plaatsvindt, dat vind ik toch wel het allermooiste. Daar zal ik altijd naar blijven zoeken.’