Kiki Coumans (vertaler en docent aan de Vertalersvakschool):
‘Ik vertaal nu vijftien jaar romans en poëzie en in die tijd heb ik de boekenmarkt zien veramerikaniseren. Bij de grote uitgeverijen zijn er nog maar weinig redacteuren die zelf Frans lezen of die gaan snuffelen wat er in Frankrijk verschijnt. Ik ga ieder jaar een paar keer naar een Franse boekhandel. Daar sla ik heel veel boeken open. Als ik gegrepen word, koop ik het. Het wordt steeds moeilijker om nieuwe, interessante auteurs bij grote uitgever vertaald te krijgen. Uitgevers nemen geen risico’s. Pas als iets een internationaal succes is, springen ze er bovenop. Ik heb Het seksuele leven van Catherine M. vertaald. Dat werd een succes, maar toch vooral omdat het over seks gaat.
Midden jaren negentig heb ik een jaar in Parijs gestudeerd. Daar moesten we verplicht Proust lezen. Eerst vond ik het slaapverwekkend, maar ineens werd ik helemaal gegrepen door zijn prachtige poëtische stijl. Ik was helemaal niet van plan om het mooi te gaan vinden, maar nu vind ik het het mooiste dat ik ooit gelezen heb.
Ik ben inmiddels drie jaar bezig met het vertalen van werk van Colette voor een deel in de reeks Privé-domein. Mensen kennen haar naam vaak wel, maar ze wordt weinig gelezen. Dat vind ik zo jammer. Ik hoop dat er dankzij dit boek weer wat meer belangstelling komt voor haar werk.
Het is zonde dat er zoveel mooie boeken niet vertaald worden. Als je twintig vertalers bij elkaar zet en vraagt wat zij mooi vinden, komen de pareltjes boven. Zij houden van literatuur en weten wat er verschijnt. Maar er wordt zelden geluisterd naar wat vertalers aandragen. Het is eerder andersom: als een vertaler iets aanprijst, doen ze het vaak juist niet.
Daarom is het verheugend dat Marc Vleugels is begonnen met een Franse reeks. Daarvoor heb ik bijvoorbeeld In de trein van Christian Oster vertaald. Zijn werk doet een beetje denken aan dat van Jean-Philippe Toussaint. Het is heel subtiel en balanceert op een draadje van lulligheid en hartbrekende romantiek. Misschien is het gewoon te genuanceerd voor Nederland.’