Van 23 september tot en met 8 oktober viert Utrecht feest op het ILFU. Eregast Jonathan Franzen opent het bal met zijn Book Talk in de Dom, en twee weken later doen ze in Tivoli het licht uit met de Nacht van de Poëzie. In de veertien dagen daar tussenin staat er van alles op het programma, met als een van de hoogtepunten het programmaonderdeel Exploring Stories, waar bezoekers kunnen komen luisteren naar interessante schrijvers als Olivia Laing, Sharon Dodua Otoo, Tash Aw, Doireann Ní Ghríofan, Sasha Marianna Salzmann en Ayelet Gundar-Goshen.
Zij laten aan de hand van hun werk hun licht schijnen over zaken als racisme, antisemitisme, feminisme, (im)migratie, koloniale geschiedenis en seksuele vrijheid.
Een goeie schrijver kan zulke zware thema’s verwerken in een verhaal dat je naar binnen slobbert als een bak caramelijs. Zo’n schrijver is de Israëlische Ayelet Gundar-Goshen, die met Waar de wolf loert onlangs haar vierde roman afleverde. Net als in haar vorige boeken heeft ze ook nu weer een complex moreel dilemma verwerkt in een spannend verhaal.
Lilach Sjoester is een Israëlische die met man Michaël en puberzoon Adam in Silicon Valley is neergestreken om te ontsnappen aan een land waar je voortdurend op je hoede moet zijn. Adam is niet zo’n stoere jongen als zijn Israëlische neven, maar na een aanslag op een nabijgelegen synagoge sluit hij zich aan bij een groepje Joodse jongeren dat onder leiding van de charismatische Oeri leert hoe ze zichzelf en anderen moeten verdedigen.
Lilach ziet met gemengde gevoelens hoe haar zoon onder Oeri’s invloed verandert. Als op een feestje een zwarte islamitische jongen overlijdt, bekruipt haar het gevoel dat Adam bij zijn dood betrokken was.