‘Mijn film gaat niet over Vietnam, hij ís Vietnam. Hij laat zien hoe het daar werkelijk was. Een gekkenhuis. En de manier waarop wij de film maakten lijkt erg op hoe de Amerikaanse soldaten zich destijds gedroegen in Vietnam. We waren met te veel mensen in de jungle, we hadden te veel geld en te veel materieel, en langzaam maar zeker werden we krankzinnig.’
Dit bekent de dan veertigjarige Amerikaanse regisseur Francis Ford Coppola na de wereldpremière van zijn film Apocalypse Now op het filmfestival van Cannes aan de aanwezige pers. Het klinkt nogal dramatisch, maar het is niet gelogen. De opnamen van zijn psychedelische oorlogsfilm waren inderdaad een gekkenhuis.
Jaren later laat de documentaire Hearts of Darkness: A Filmmaker’s Apocalypse (1991) goed zien hoe krankzinnig het er tijdens de opnamen op de Filipijnen – waar de film grotendeels werd geschoten omdat filmen in Vietnam te gevaarlijk was – aan toe is gegaan. Een tyfoon verwoest de set, hoofdrolspeler Martin Sheen draait door én krijgt een hartaanval, en het divagedrag van acteur Marlon Brando drijft zijn regisseur tot waanzin. Coppola dreigt meermalen met zelfmoord omdat hij vreest dat zijn film een pretentieuze flop wordt.
En dat is nog maar het topje van de ijsberg. Coppola valt ruim veertig kilo af tijdens de opnamen en dreigt failliet te gaan wanneer hij de tekorten in het budget met zijn eigen geld moet aanvullen. Uiteindelijk zet hij zijn auto, zijn huis en de opbrengst van zijn maffiafilm The Godfather in als onderpand om een lening te krijgen van United Artists.
Coppola heeft de opnamen begroot op zes weken, maar uiteindelijk zullen ze acht maanden duren. In de kranten, die alle tegenslagen breed uitmeten, is de film dan allang omgedoopt tot ‘Apocalypse When’. En na die acht maanden is het leed nog steeds niet geleden: Coppola is ontevreden over het einde, hij moet ruim 200 uur filmmateriaal terug zien te brengen tot een film van bioscooplengte en ook worstelt hij maandenlang met de montage.
Op 19 mei 1979 is Apocalypse Now dan toch te zien in Cannes. Nog steeds niet af, maar Coppola heeft zich door Gilles Jacob, de artistiek directeur van Cannes, laten verleiden de film te vertonen als een work in progress. Jacob heeft in 1978, als Coppola nog druk bezig is met de montage, al scènes gezien uit Apocalypse Now en hij wil de film per se in Cannes hebben. Ook al betekent dit, zo bekent de festivaldirecteur in zijn autobiografie Citizen Cannes, dat hij de regels van het festival moet wijzigen. Die schrijven immers voor dat nieuwe films van oud-winnaars niet langer in competitie vertoond kunnen worden. En aangezien Coppola in 1974 al een Gouden Palm heeft gewonnen met The Conversation geldt dit dus ook voor Apocalypse Now, zodat de film niet kan meedingen naar een Gouden Palm. Maar een plek in de competitie is een harde eis voor Coppola, waarop Gilles Jacob de regels aanpast. ‘Ik wist dat ik te maken had met een van de belangrijkste momenten uit mijn professionele leven,’ zo schrijft hij in Citizen Cannes. ‘En dat zou ik niet door mijn vingers laten glippen.’