Op IFFR te zien: een retrospectief van het werk van de vorig voorjaar overleden Tsjechische filmvernieuwer Jan Nemec (1936-2016).

Met drie speelfilms in de race voor een Gouden Palm in Cannes had 1968 het internationale doorbraakjaar moeten worden voor de Tsjechische New Wave. Een van de kanshebbers was A Report on the Party and the Guests van de flamboyante Pragenaar Jan Nemec: een messcherpe satire op de onvrije politieke situatie in het communistische Tsjecho-Slowakije, waar de film door de censor was verboden. Over een machtig man die op zijn land- goed een feestmaal aanricht, terwijl zijn aangenomen zoon de gasten intimideert. Op de enige genodigde die zich dat niet laat welgevallen wordt vervolgens een klopjacht geopend waaraan iedereen deelneemt.

Still uit A Report on the Party and the Guests (1966)

De voorspellende kracht van die film bleek groter dan Nemec kon hebben voorzien. In het kielzog van de Parijse studentenopstand legden de collega’s van de Franse Nouvelle Vague het festival van Cannes plat en werd er dat jaar geen Palm uitgereikt. Drie maanden later filmde Nemec met gevaar voor ei- gen leven hoe de Russen Praag onder de voet liepen. De veelbelovend gestarte filmcarrière van avantgardist Nemec zou zich daarna noodgedwongen in ballingschap afspelen, maar bij gebrek aan connecties nooit vleugels krijgen. Jazz-, auto- en vrouwenliefhebber Nemec vertrok naar Amerika, waar hij de kost verdiende met trouwvideo’s en een tijdje filmcollege gaf aan Yale.

Veelzeggend voor de compromisloze Nemec was zijn ontmoeting met Hollywood-actrice Shirley MacLaine, gearrangeerd door filmvrienden die zo hoopten zijn carrière vlot te trekken. MacLaine kwam net terug uit Cuba, waar ze Castro had ontmoet, en gaf hoog op over de Grote Leider. Waarop Nemec haar stevig van repliek diende en ook dat feest een catastrofale wending nam.

Ultrapersoonlijk
Gebrek aan vrijheid is de rode draad in Nemec’ drie belangrijkste films: zijn debuutfilm Diamonds of the Night (1964), over twee joodse jongens die ontsnappen van een Auschwitz-transport, zijn eerdergenoemde Cannes- competitiefilm, en Martyrs of Love (1967), over het gebrek aan vrijheid om te handelen naar je eigen gekte, dromen, liefde of geluk.

The Wolf from Royal Vineyard Street

Die vrijheid zocht hij nadrukkelijk ook in de door hem ontwikkelde filmtaal, die hij ‘pure cinema’ doopte: wars van realisme en dialooggedreven plots, op zoek naar de essentie van film als representant van een ultrapersoonlijke werkelijkheid.

Terugblikkend in zijn onorthodoxe, autobiografische film The Wolf from Royal Vineyard Street, die in Rotterdam in première gaat, neemt Nemec onder meer wraak op Jean-Luc Godard, de aanstichter van de Cannes-revolte die als salon-marxist bovendien de Russische inval vergoelijkte. En – omdat niemand anders het deed – kent Nemec zichzelf in zijn autobiografie met groot gevoel voor ironie een welverdiende Oscar toe. 

Meer op Jan Nemec

Meer op het IFFR