Hadden de docenten geen begrip voor jullie visie?
‘Op zich wel hoor, er was geen negatieve sfeer of zo. Maar ik denk dat er soms sprake was van een soort cultuurverschil. Ik denk dat veel docenten van een wat oudere generatie – en sowieso veel mensen die in de Nederlandse filmwereld actief zijn – in een witte subcultuur leven en nauwelijks in aanraking komen met gekleurde Nederlanders. En dus vertellen ze ook alleen maar verhalen over witte mensen, want dat is de wereld die ze kennen. Dat valt ze verder niet kwalijk te nemen, maar het maakt de Nederlandse cinema wel eenzijdig. En als er dan films met een diverse cast worden gemaakt – denk aan Het schnitzelparadijs of Rabat – gaat het vaak weer nadrukkelijk over multiculturele problemen. Een recente film als De Libi laat zien dat het ook anders kan; daarin is de afkomst van de personages helemaal geen issue.’
Jullie schreven dus een manifest. Is dat nog ergens te lezen?
‘Nee, het was alleen voor intern gebruik. We dachten: wij zijn nu in een positie om echt iets te veranderen, dus laten we dat serieus aanpakken. In een document hebben we toen vastgelegd dat wij als scenaristen ons best zouden doen om zo divers mogelijke scripts af te leveren. Dat betekende concreet dat we nadachten over de achtergrond van ieder personage. Ook al ging het om een piepkleine bijrol, dan nog zetten we er tussen haakjes bijvoorbeeld ‘Chinees’ of ‘Surinaams’ achter.
Werd dat niet wat vergezocht?
‘Dat gevaar was er natuurlijk wel. Als je met quota’s gaat werken, heeft dat per definitie iets geforceerds. Toen onze scenario’s bij de studenten regie en productie terechtkwamen, was dan ook niet iedereen enthousiast. In de loop van de opleiding zijn we er onderling veel over blijven praten en hebben we ook besloten dat het best een tandje minder kon. Maar uiteindelijk heeft het iedereen wel aan het denken gezet. Dat zie je terug in de afstudeerfilms die er nu zijn: de meeste zijn heel divers gecast. Dat is in voorgaande jaren nog nooit zo geweest.’
En nu? Verwacht je dat het Nederlandse filmlandschap de komende jaren kleurrijker zal worden?
‘Daar heb ik wel vertrouwen in. Ik merk dat het niet alleen iets is waar wij mee bezig zijn. In recente Nederlandse films en series gaat het steeds meer de goede kant op; zie bijvoorbeeld de laatste reeks One Night Stand-films of een succesvolle serie als Mocromaffia. En de Filmacademie voert inmiddels ook een actief diversiteitsbeleid. Zo wordt er nagedacht over de vraag hoe er meer studenten van verschillende achtergronden kunnen worden aangetrokken. Dat begin je in de klassen al terug te zien.’
Wordt er in Eye nog een film vertoond waar jij aan hebt meegewerkt?
‘Op 5 juli is de film Kimya te zien, waarin geluid een bijzondere rol speelt. Die heb ik geschreven en geregisseerd.’