Je leest dit artikel uit de VPRO Gids gratis op VPRO Cinema. Wil je meer lezen over oa documentaires, podcasts en boeken? Neem dan een digitaal abonnement.
To the Moon, nu te zien op de Eye Film Player, is een filmische ode aan de maan, ‘onze gezamenlijke ruimte van verwondering.’
cadeautje
‘We leggen de oorzaak van onze rampen bij de maan en de sterren,’ klinkt een bezwerende Russische voice-over over een caleidoscopisch verlicht tafereel; een onrustige zee onder maanlicht. ‘Alsof we dwazen zijn, onder invloed van de sterren, gedwongen door gehoorzaamheid aan planetaire krachten.’ Terwijl een elektronische soundscape aanzwelt: ‘Een schitterend excuus voor hoerenlopers en geile bokken: “de sterren dwingen mij.”’
Het is een scène uit To the Moon, een essayistische en filmische ode aan de maan, van de Ierse regisseur Tadhg O’Sullivan. Een collage van fragmenten uit klassieke films, literatuur en muziek, van makers door de eeuwen heen.
‘De maan is als een bioscoopdoek,’ ontdekte O’Sullivan bij het maken van de film. ‘We projecteren er alles op. Liefde, dood, rouw, gekte. De maan is een geweldig canvas voor de menselijke behoefte verhalen te vertellen. In de Europese cultuur kom je verhalen tegen over wouden en bossen, andere culturen gebruiken het meer en de zee als inspiratie, maar niets is zo universeel als maan, die fascineert mensen over de hele wereld.’Die universele fascinatie was het vertrekpunt van de film.
Zijn voorlaatste film The Great Wall ging over dat wat mensen scheidt: muren. ‘Daarna wilde ik een film maken over iets dat ons bij elkaar brengt,’ vertelt de filmmaker via Skype vanuit zijn huis aan de Ierse westkust. ‘Een positieve film. De maan is onze gezamenlijke ruimte van verwondering. Hij verbindt alles hier op aarde, inclusief de tijd, want mensen stonden hier 600 jaar geleden aan hetzelfde stukje Ierse kust naar de maan te kijken en vertelden hun kinderen verhalen over de maan. Dat maakt je bewust van onze vluchtigheid en dat stemt tot nederigheid. We doen altijd alsof wijzelf en de tijd waarin we leven het middelpunt van alles zijn, maar dat is niet zo.’
Verwondering en nieuwsgierigheid
To the Moon is opgedeeld in hoofdstukken; een verzameling liefdesverhalen, liederen van verlangen, mythen, dromen en nachtmerries. ‘In non-fictie literatuur zie ik het essay steeds populairder worden’, stelt O’Sullivan. ‘Het essay is een mooi medium om de verwondering rondom een onderwerp te onderzoeken, door verbindingen te maken tussen dingen, of het nu een schilderij, een film of een liedje is. Het is een vorm die goed past bij onze tijd. Je weeft van alles aan elkaar om grip op de wereld te krijgen. Een essay is niet dogmatisch narratief, vertelt niet altijd een sluitend logisch verhaal. Ik wilde met deze film geen these over de maan neerzetten, maar een reis maken, vol verwondering en nieuwsgierigheid, en de kijker daarbij meenemen.’
‘Onbewust zijn we de hele dag essays aan het maken. Een Twitter-feed is eigenlijk ook een essay: je gaat van een flauw grapje, naar een serieus artikel over de situatie in Syrië, naar een liedje … En daar kun je onmogelijk een coherent verhaal van maken. Toch maak je met al die ingrediënten een reis in je hoofd, vol verwondering, en je verbindt de verschillende elementen aan elkaar omdat je connecties ziet. Onze hersenen werken zo, en we navigeren op die manier door het complexe leven. De klassieke verhaalvorm met een begin, midden en eind doet geen recht aan ons leven. Probeer met de ingrediënten ‘covid’, ‘vaccinatie’ en ‘economie’ maar eens een verhaal te maken. Dan kom je uit op een gesimplificeerd verhaal waarbij covid de wereld in is gebracht zodat Bill Gates ons met microchips kan controleren. De structuur van een verhaal is zo eenvoudig dat je de complexe werkelijkheid moet versimpelen – anders past zij er niet in. Maar de meeste dingen die wij in ons leven meemaken zijn toevallig en onsamenhangend. We proberen dat te begrijpen, maar dat lukt niet door het in een verhaal van oorzaak en gevolg te proppen.’
Filmarchieven uit 25 landen
Daarnaast stelt de filmmaker dat verhalen niet altijd letterlijk genomen hoeven te worden. ‘Of God nu wel of niet echt bestaat: ik denk niet dat mensen daar honderden jaren geleden mee bezig waren. Het geloof zelf en de verwondering waren genoeg. Vanaf het moment dat mensen naar de maan reisden om de boel daar te demystificeren keken we ineens anders naar de simpele verhalen over de maan van voor die tijd, maar dat is eigenlijk doodzonde. Je wilt niet dat iedereen altijd overal maar de lichten aandoet en voor jou de verwondering weghaalt. Een zekere abstractie is heel waardevol.’
De film was een enorme researchklus: filmarchieven uit 25 landen zijn gebruikt. Er is ook nieuw materiaal gefilmd, door O’Sullivan zelf, maar ook door andere filmmakers, uit alle windstreken, van India en Noord-Amerika tot Nieuw-Zeeland. ‘Ik wilde de gezamenlijkheid van de maanervaring verdisconteren in het maakproces. Ik heb door het maken van deze film veel nieuwe connecties gemaakt, gewoon vanuit mijn studio.’
O’Sullivan maakte To the Moon voor de lockdown, met een klein team en met nieuwe contacten op afstand. Als bijvangst heeft hij zo een stramien ontdekt voor kunst maken tijdens de lockdown. ‘We hebben de afgelopen anderhalf jaar gezien wat de consequenties zijn van sociale isolatie: niet best. Ik doceerde begin dit jaar als artist in residence aan de universiteit in Cork en hield mijn studenten het maakproces van To the Moon voor. Zij vonden dit waanzinnig interessant. Samen kunst maken, al is het in een klein team, is ontzettend krachtig.’